Afname kinderarbeid verloopt te traag
Er zit weinig schot in de strijd tegen kinderarbeid. De mondiale conferentie over dit onderwerp die deze maand in de Argentijnse hoofdstad Buenos Aires werd gehouden, is dan ook in een sombere stemming geëindigd.
Het tempo waarin kinderarbeid afneemt is te laag, staat in de slotverklaring van de Wereldconferentie over de Definitieve Beëindiging van Kinderarbeid. Hoe vaak gaan we nog naar deze conferenties om alleen maar dezelfde dingen te herhalen? vragen deelnemers zich na afloop af. Tenzij er iets verandert, gaan we de internationale doelstellingen niet halen, erkenden de bijna 2000 aanwezige vertegenwoordigers van 190 landen. In de tekst wordt benadrukt: „De inspanningen om kinderarbeid in al haar vormen tegen 2025 te beëindigen, moeten dringend worden opgevoerd.”
Vooral in de landbouw hapert de strijd tegen kinderarbeid, zegt Bernd Seiffert, expert plattelandswerk van de Voedsel- en Landbouworganisatie (FAO) van de Verenigde Naties. „Voor het eerst werd erkend dat in de landbouw de meeste kinderarbeid voorkomt en dat het in die sector nog toeneemt.” Het aantal kinderen dat door kinderarbeid getroffen wordt, daalde van 168 miljoen in 2013 naar 152 miljoen nu. Maar in de landbouw is het aantal toegenomen: van 98 miljoen naar 108 miljoen. „Op de conferentie hebben we veel horen praten over de rol van kinderarbeid in de wereldwijde toeleveringsketens. Maar de meeste kinderen werken in de sfeer van voedingsproducten die op de lokale markten worden geconsumeerd.”
Geen zin
De bedoeling van deze bijeenkomst, georganiseerd door de Internationale Arbeidsorganisatie (ILO) en het Argentijnse ministerie van Arbeid, was de balans op te maken van de vooruitgang sinds de vorige conferentie, in 2013 in Brasilia. Als de huidige situatie niet verandert, heeft een nieuwe conferentie over vier jaar geen zin, waarschuwt de Indiase mensenrechtenactivist Kaylaz Satyarthi, die in 2014 de Nobelprijs voor de Vrede won voor zijn strijd tegen kinderarbeid. „We weten dat kinderen worden gebruikt omdat ze de goedkoopste arbeidskrachten zijn”, aldus Satyarthi. „De volgende bijeenkomst zou alleen georganiseerd mogen worden als we vooruitgang boeken.”
„De toename van kinderarbeid op het platteland heeft te maken met de informele economie”, zegt Junko Sazaki, directeur sociaal beleid en plattelandsinstellingen van de FAO. „De meeste kinderen werken in de familiale landbouw, zonder loon, op plaatsen waar de overheid niet aanwezig is. We moeten de integratie van technologieën en goede landbouwpraktijken bevorderen, zodat veel arme gezinnen zich niet langer gedwongen zien om hun kinderen aan het werk te zetten.”
Volgens de slotverklaring vindt 71 procent van de kinderarbeid in de landbouw plaats en is 42 procent van dat werk gevaarlijk. „Er zijn ook genderverschillen”, constateert Sazaki. „Jongens worden blootgesteld aan pesticiden die hun gezondheid kunnen schaden, meisjes moeten vaker huishoudelijke taken uitvoeren. In India bijvoorbeeld krijgen meisjes minder te eten dan jongens.”
Onderwijs
De kinderen zelf waren er op de conferentie niet. Hun stem was alleen hoorbaar via het onderzoek ”Time To Talk!”. De organisaties Kindernothilfe, Save the Children en Terre des Hommes spraken met 2000 werkende kinderen in 36 landen. De meeste kinderen bleken te werken om hun familie te helpen. Ze voelen zich daar goed bij als ze ook kunnen studeren, van het werk kunnen leren en geld verdienen. Ze voelen zich daar slecht bij als het werk onderwijs onmogelijk maakt, ze geen enkele vaardigheid leren of hun gezondheid eronder lijdt.
„We moeten inzien dat kinderen die werken geen keus hebben”, meent Anne Jacob van Kindernothilfe. „We mogen hen niet criminaliseren, we moeten hen beschermen en controleren of de werkomstandigheden hen niet in gevaar brengen of onderwijs voor hen onmogelijk maken.”
Jacob vindt het „schandalig dat men kinderarbeid probeert op te lossen zonder naar de kinderen te luisteren. Door met hen te praten, hebben we ingezien dat er geen globale oplossing bestaat voor deze kwestie, dat we de structurele problemen alleen lokaal kunnen oplossen, in overeenstemming met de economische, culturele en sociale omstandigheden van elke plaats.”
Conflicten
Gewapende conflicten, die wereldwijd 250 miljoen kinderen treffen, vergroten het risico op kinderarbeid nog, stelt de slotverklaring. „Het moderne gewapende conflict gebruikt kinderen alsof ze wegwerpproducten zijn”, zegt Virginia Gamba, een speciale VN-gezant. „Kinderen bevinden zich niet langer in de periferie van conflicten, maar zitten er middenin.”
Op verschillende plaatsen in de wereld krijgen honderdduizenden kinderen geen onderwijs als gevolg van gewapende conflicten. Gamba’s kantoor telde 750 aanvallen op scholen in 2016, dit jaar zelfs 175 in één maand.
„Om kinderarbeid te bestrijden en de kinderen te helpen, moeten we denken aan mobiel en thuisonderwijs. Zelfs in de meest broze situaties, bijvoorbeeld in vluchtelingenkampen, moet men in onderwijs voorzien. Midden in een conflict is het de enige maatregel om een kind een enigszins normaal leven te bezorgen.”