Belastingstelsel reduceert mensen tot brandstof economie
Dat huishoudens met één kostwinner onevenredig veel belasting afdragen, zullen veel lezers aan den lijve ondervinden. De bijbehorende, vaak onthutsende rekensommetjes zijn genoegzaam bekend.
Op deze plek zou ik me daarom willen beperken tot het achterliggende mechanisme en het bijbehorende gedachtegoed. De overheid heeft het niet zomaar gemunt op eenverdieners, maar heeft de belastingwetgeving doelbewust zo ingericht om vrouwen ertoe te bewegen de arbeidsmarkt te betreden. Het begrip ”keuzevrijheid” wordt daarbij heel selectief ingevuld en datzelfde geldt voor begrippen als een ”eerlijk” en ”rechtvaardig” belastingstelsel waar sommige politieke partijen graag mee schermen.
Belangrijkste oorzaak is dat vrouwenemancipatie synoniem is aan arbeidsparticipatie. Binnen die constellatie gaat alle aandacht uit naar zaken als een eventuele loonkloof, het aantal gewerkte uren per week en het percentage vrouwen binnen een bepaalde beroepsgroep. Het verrichten van betaald werk wordt gezien als een teken van vooruitgang en beschaving en geldt voor beleidsmakers als richtinggevend. Wie daar kritische kanttekeningen bij durft te plaatsen, krijgt vaak de spottende reactie dat „vrouwen zeker weer terug moeten naar het aanrecht.”
Het is interessant om te constateren dat de overheid daarbij veel meer oog heeft voor het eigen belang en de collectieve welvaart dan voor de levensvreugde en het welzijn van de individuele vrouw. Een (fulltime) werkende vrouw geldt als geëmancipeerd en wordt om die reden ook geprezen, terwijl haar voornaamste rol economisch van aard is en zij de overheid in de allereerste plaats een heleboel geld bespaart.
Zo betaalt een werkende vrouw veel meer belasting dan een traditionele huisvrouw en brengt zij daardoor veel meer op. Daarnaast zal een gezin dat bestaat uit tweeverdieners vaak beschikken over twee auto’s, zodat de overheid kan rekenen op meer inkomsten uit bpm, wegenbelasting en accijns. Tot slot zullen werkende vrouwen meer geld uitgeven aan boodschappen en consumptiegoederen, zodat zij ook via de btw meer geld in het laatje brengen.
Dat de overheid voorturend hamert op het belang van economische zelfstandigheid van vrouwen is eveneens niet zonder reden. Een vrouw die in haar eigen onderhoud kan voorzien, heeft immers geen uitkering nodig na een eventuele echtscheiding en bespaart de gemeenschap dus ook op die manier geld. Op deze slinkse wijze dicteert de economie hoe wij dienen te leven en staat alles in dienst van een vals vooruitgangsgeloof.
Veelzeggend in dit verband is de opmerking van (toen nog) minister van Justitie Blok in een recent dagbladinterview dat vrouwen „niet voor zichzelf kiezen” wanneer ze voorrang geven aan de carrière van hun echtgenoot en zelf een stapje achteruit doen of heel andere prioriteiten stellen. In datzelfde vraaggesprek gaf hij aan dat het jammer is „als vrouwelijk potentieel onbenut blijft.”
Blijkbaar komt het niet eens meer in het hoofd van politici op dat je als vrouw ook kunt besluiten om op basis van je levensovertuiging vrijwillig te kiezen voor je gezin en het opvoeden van je eigen kinderen. Dat maakt zijn woorden niet alleen vooringenomen, maar ook nogal paternalistisch voor een liberaal politicus. Zo reduceert hij mensen tot brandstof voor de economie en maakt hij van keuzevrijheid niet alleen een karikatuur maar ook een keurslijf.
De auteur is schrijver en publicist. Reageren? hormann@refdag.nl