Cultuur & boeken

Spotlight: oorlog tussen geloof en wetenschap

Waar komen we vandaan, wie zijn we en waar gaan we naartoe? Alle mensen zijn, of ze het nu willen of niet, met die vragen bezig. En in een wereld waarin het christendom voor de meeste mensen niet langer de antwoorden geeft, gaan schrijvers op zoek naar andere vormen van zingeving, andere helden en een andere moraal.

Enny de Bruijn
24 November 2017 16:06Gewijzigd op 16 November 2020 12:03
Beeld uit de film The Golden Compass. beeld wall.alphacoders.com
Beeld uit de film The Golden Compass. beeld wall.alphacoders.com

Het meisje Lyra speelt de hoofdrol in Philip Pullmans zeer succesvolle trilogie ”Het gouden kompas” (”His Dark Materials”). Ze woont in een wereld die anders is dan de onze, een parallelle wereld waarin de ziel van mensen zichtbaar –in de gedaante van een dier, ”daemon” genoemd– naast hen loopt of zit of ligt. Een gevaarlijke wereld ook: soms verdwijnen er kinderen, meegenomen door zogenaamde Lokkers. Lyra en haar beste vriend Roger beloven elkaar dat, mocht een van hen beiden zoekraken, de ander niet zal rusten voor de verloren vriend teruggevonden is.

Dat is het recept voor een spannend verhaal, want het laat zich raden wat er gebeurt: Roger verdwijnt, en Lyra moet op zoek. Ze stuit op een duister geheim: ze ontdekt dat het de machtige christelijke kerk is die kinderen ontvoert om hen aan een gruwelijke behandeling te onderwerpen: ze worden in een machine gestopt om gescheiden te worden van hun ”daemon”. Dat zou nodig zijn om hen te beschermen tegen het geheimzinnige Stof (dat de sporen van de ”oerzonde” zou overdragen). Maar geholpen door ”zigeuzen” (een soort zigeuners te water), heksen en sprekende dieren weet Lyra uiteindelijk de kinderen te bevrijden.

Dat is het verhaal dat Pullman in het eerste deel van zijn trilogie vertelt. Een vreemd verhaal, een verhaal dat nuchtere, gereformeerde realisten misschien niet meteen raakt of boeit. Ook al is het boek dan talloze keren bekroond, met prijzen overladen en bij miljoenen verkocht, het is nu eenmaal zo dat niet iedereen van dit genre –fantasy– houdt. Om nog maar te zwijgen van de bezwaren die sommige christenen alleen al tegen het gebruik van mythologische beelden en sprookjesfiguren hebben.

Onder de oppervlakte

Toch zijn het juist de bestsellers van deze soort die op het diepste niveau aansluiten bij de vragen, verlangens en opvattingen van hun talrijke lezers, en die zo geruisloos de emoties en de moraal vormen. Daarom loont het de moeite om eens wat verder dan de oppervlakte van het spannende verhaal te kijken en je af te vragen wat deze schrijver nu eigenlijk tegen ons zeggen wil.

Onder alle bloedstollende avonturen, verrassende beelden en onwaarschijnlijke complotten ligt namelijk een heldere boodschap: de kerk is gevaarlijk, de kerk beschadigt kinderen, de kerk remt ze in hun emotionele en seksuele ontwikkeling (dat is wat de pijnlijke scheiding tussen de mens en zijn daemon symboliseert). En als je de kerk zo veel mogelijk tegenwerkt, ben je een held.

In de volgende delen van Pullmans trilogie wordt die boodschap duidelijker en duidelijker hoorbaar. Dan gaat het niet langer over de kerk, maar ook over God. Bij Pullman is God niet de Schepper van de wereld, maar de eerste engel die tevoorschijn is gekomen uit het Stof – de ongrijpbare drager van alle leven, de verbindende schakel tussen alle parallelle werelden, ook de onze. Nadat er meer engelen en mensen waren verschenen, loog deze ‘god’ dat hij hen geschapen had, en hij stichtte kerken om hen onder controle te houden.

Maar uiteindelijk –en daar gaan Pullmans verhalen over– komen de mensen en engelen in opstand tegen deze aftakelende godheid. Pas nadat hij van de troon gestoten is, kan er een ”hemelse republiek” ontstaan. De boodschap is duidelijk: pas als alle autoriteit van God, kerk en geloof heeft afgedaan, als al het bijbehorende geweld voorbij is, is het aan de mens om zélf een rijk van vrede te stichten.

Vrijheid van denken

Pullmans drie boeken verschenen twintig jaar geleden, en zijn verhaal leek afgerond. Maar nu ligt er een nieuw boek van zijn hand, het begin van een nieuwe trilogie, waarin Lyra opnieuw de hoofdrol speelt: ”Het boek van Stof”. Dit eerste deel lijkt naadloos te passen bij alles wat voorafging. Het vertelt het verhaal van Lyra’s verleden: hoe ze in haar eerste levensjaar al de inzet wordt van het grote conflict tussen de machtige kerk en de kleine groepen individuen die het wagen zich onafhankelijk op te stellen en te vechten voor de vrijheid van denken en de vrijheid van onderzoek.

Dat thema, kerkelijke leiders die alle kritische vragen de kop willen indrukken en over lijken gaan om hun macht veilig te stellen, komt al even nadrukkelijk naar voren in het nieuwe boek van bestsellerauteur Dan Brown: ”Oorsprong”. Hier geen sprekende dieren of magische wezens, maar wel briljante geleerden, bloedstollend schone vrouwen en onwaarschijnlijke wereldcomplotten, afgewisseld met lessen over moderne kunst, symboliek, religie, wetenschap, codes en wat niet al.

Ook hier geldt: aan de oppervlakte lijkt de discussie te gaan over schepping en evolutie, geloof en wetenschap. Maar eigenlijk gaat het over iets anders: hoe gebruik je macht en gezag, hoe pas je je aan in een veranderende wereld, en hoe ga je om met de vrijheid van denken, de vrijheid van geweten? Dat zijn vragen waarover ook christenen zich zullen moeten buigen – in een tijd waarin geloven op gezag voor iedereen moeilijk is, en in een samenleving die allergisch is voor dubbelhartigheid.

Geheim van het leven

”Oorsprong” gaat over de geniale wetenschapper Edmond Kirsch, die in het Guggenheim Museum in Bilbao het diepste geheim van het leven, de wereld en het heelal wil gaan onthullen. Hij vertelt aan een paar ingewijden dat het verhaal van zijn ontdekking alles op z’n kop zal zetten. Alle wereldgodsdiensten zullen meteen overbodig worden en verdwijnen. Niemand hoeft meer te speculeren over de vraag waar wij mensen vandaan komen of waar we naartoe gaan, alles zal in één klap duidelijk worden.

Maar natuurlijk kan het niet anders of Edmond wordt op het moment van de onthulling vermoord, en zijn vriend Robert Langdon mag vervolgens 600 bladzijden lang zijn best doen om alle achtervolgers af te schudden, raadsels op te lossen, codes te kraken en het grote geheim alsnog aan de wereld te onthullen.

De schurken die proberen te verhinderen dat dat gebeurt, behoren tot een ultraconservatief katholiek genootschap: de (echt bestaande) palmariaanse kerk, die zich afgescheiden heeft van Rome en een eigen paus heeft. Maar of ze de échte boosdoeners zijn blijft de vraag: aan het eind van het verhaal nemen de zaken een verrassende wending.

De goedkope gedachte ”Zodra religie macht heeft, zal ze geweld veroorzaken en mensen hun vrijheid van denken afnemen” wordt uiteindelijk ondergraven, en de vraag naar God wordt opnieuw gesteld. In die zin kan Dan Brown zelfs gezien worden als tegenhanger van Philip Pullman – al blijft het de vraag of hij het over de God van de Bijbel heeft of over iets veel vagers en spirituelers. Maar schrijvers als hij kunnen kennelijk niet goed zonder bedoeling, betekenis en zingeving, dat blijkt.

Simpele wereld

Dat zijn dus de boeken die wereldwijd door miljoenen lezers verslonden worden. Over grote schrijvers gaat het hier niet. Het verhaal van Dan Brown staat op zins- en verhaalniveau bol van de clichés. En bij Philip Pullman zijn het vooral de ideeën die clichématig zijn. Een toch al kwijnend christendom voorstellen als de grote vijand van het vrije denken? Het zou pas van originaliteit en lef getuigen als je als schrijver het huidige geloof van de massa ter discussie durfde stellen.

Maar Pullman hoort niet bij de voorhoede die het gevecht aangaat. Zijn wereld is een simpele wereld, waarin een heilig ontzag heerst voor de wetenschap die het geloof overwonnen heeft. Daarbij hoort ook een ontzettend simpele mens die goed óf fout is, en die precies weet wie de vijand is. Dat zie je als je zijn boeken gaat vergelijken met de Narnia-serie van C. S. Lewis (waar Pullman behoorlijk schatplichtig aan is, maar zich ook tegen afzet).

Lewis’ hoofdpersonen zijn ook helden die ten strijde trekken tegen het kwaad. Maar dat kwaad blijkt zich niet alleen buiten henzelf te bevinden, in boze heksen en wolven en reuzen, maar ook ín henzelf. In de loop van het verhaal blijken ze soms voor verleidingen te bezwijken, hun vrienden te verraden of laf weg te vluchten. En alle emoties die daarbij horen komen langs: schuldbesef, schaamte, verlangen naar vergeving, streven naar onzelfzuchtigheid.

Het is die strijd in elk mensenhart die Lewis’ verhalen herkenbaar maakt, en ontdekkend tegelijk. Het gaat hier ten diepste over zonde, schuld, genade, verlossing – de Bijbelse ondertoon is duidelijk hoorbaar. Over mensen die zich goed en slecht tegelijk kunnen gedragen, over vijanden die in vrienden kunnen veranderen en omgekeerd. Over de strijd tussen goed en kwaad die niet allereerst op het niveau van kerken, partijen, organisaties of structuren gevoerd wordt, maar in elk mensenhart.

Eén ding is duidelijk: wat je gelooft, bepaalt welk verhaal je kiest. En andersom.

Philip Pullman, citaat

Malcolm stopte de eikel in de binnenzak van zijn jas en ging toen heel voorzichtig zitten. Hij trilde. „Ze hebben hem gearresteerd”, fluisterde hij.

„Dat was geen politie.”

„Nee, maar het waren ook geen overvallers. Ze gedroegen zich heel kalm, alsof ze alles mochten doen wat ze wilden.”

„Ga gewoon naar huis”, zei Asta. „Voor het geval ze ons hebben gezien.” (…)

Ze spraken op gedempte toon met elkaar terwijl hij snel terug peddelde naar Duke’s Cut.

„Ik wed dat hij een spion is”, zei ze.

„Zou kunnen. En die mannen…”

„CHD.”

„Sst!”

Het CHD was het Consistoriale Hof van Discipline, een tak van de Kerk die zich bezighield met ketterij en ongeloof. Malcolm wist er niet veel van, maar hij kende de misselijkmakende angst die het CHD kon oproepen, omdat hij wel eens klanten had horen praten over wat er was gebeurd met een kennis van hen, een journalist: hij had te veel vragen over het CHD gesteld in zijn artikelen, en plotseling was hij verdwenen. (…)

„We moeten hier niets over zeggen tegen de zusters”, vond Asta.

„Vooral niet tegen hen”, beaamde Malcolm.

Uit: ”Het boek van Stof. Deel 1: La Belle Sauvage”, Philip Pullman; uitg. Prometheus, Amsterdam, 2017; ISBN 978 90 4463 508 9; 448 blz.; € 19,99.

C.S. Lewis, citaat

„Domme jongen”, zei de Heks. „Waarom loop je voor me weg? Ik wil je geen kwaad doen. Als je nu niet blijft staan en naar mij luistert, zul je het moeten doen zonder de kennis van iets wat je je hele leven gelukkig gemaakt zou hebben.”

„Nou, dank je wel, dat hoef ik niet te horen”, zei Digory. Maar hij hoorde het toch.

„Ik weet best wat je hier komt doen”, ging de Heks verder (…). „Die (appel) wil je, zonder hem te proeven, meenemen naar die Leeuw, zodat hij hem kan opeten. En die moeder van je dan, van wie je zogenaamd zoveel houdt?”

„Wat heeft die er nou mee te maken?” zei Digory.

„Begrijp je dan niet, domoor, dat één hapje van die appel haar weer beter zou maken? (…) Hardvochtig, wreed jongetje! Jij laat nog liever je eigen moeder doodgaan dan…”

„O, hou toch je mond”, zei Digory ongelukkig, nog steeds met dezelfde stem. „Denk je soms dat ik dat zelf niet begrijp? Maar ik… ik heb het beloofd.”

„Jawel, maar je wist zelf niet wat je beloofde. En hier is niemand die je tegen kan houden.”

Uit: ”De complete Kronieken van Narnia”, C. S. Lewis; uitg. Callenbach, Utrecht, 2016 (herdruk); ISBN 978 90 2662 202 1; 528 blz.; € 30,-.

Dan Brown, citaat

„Doordat de kerk systematisch de briljantste wetenschappelijke geesten in de geschiedenis heeft vermoord, gevangengezet en gehekeld, is de menselijke vooruitgang minstens een eeuw vertraagd. Nu we beter begrijpen wat de voordelen van de wetenschap zijn, heeft de kerk de aanval gelukkig getemperd…” Edmond zuchtte. „Of toch niet? (…) De conflicten die ik heb beschreven, de conflicten waarin religieus bijgeloof de rede overwon, zijn slechts schermutselingen in een voortdurende oorlog.”

Opeens kwam het plafond tot leven met een collage van gewelddadige taferelen uit de moderne tijd – rijen postende mensen voor genetische onderzoekslaboratoria, een priester die zichzelf in brand stak bij een conferentie over transhumanisme, leden van evangelische groeperingen die hun vuist schudden en het boek Genesis omhooghielden, een Jezus-vis die een Darwin-vis opat, felle religieuze aanplakbiljetten tegen stamcelonderzoek, homorechten en abortus, en even boze aanplakbiljetten die daar weer op reageerden.

Langdon lag in het donker en voelde zijn hart bonzen. Even dacht hij dat het gras trilde, alsof er een metro naderde. Toen werd de trilling sterker en hij besefte dat de aarde inderdaad beefde (…)

„Hoort u dat geluid?” riep Edmond. „Dat is het onverbiddelijke aanzwellen van de rivier van wetenschappelijke kennis!”

Uit: ”Oorsprong”, Dan Brown; uitg. Luitingh-Sijthoff, Amsterdam, 2017; ISBN 978 90 2457 679 1; 500 blz.; € 24,99.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer