Opinie

Iedereen kan leren van politieke backbenchers

Er lijkt sprake van een kleine trend. Kamerleden die nog maar net weg zijn van hun blauwe zetel, schrijven meteen een terugblikboek. Dit jaar deed dat eerst SP-Kamerlid Sharon Gesthuizen, vervolgens VVD’er Ybeltje Berckmoes, en daarna –eind vorige week zocht hij er de publiciteit mee– PvdA’er Roelof van Laar.

Hoofdredactie
21 November 2017 14:25Gewijzigd op 16 November 2020 12:01
Oud-PvdA-Kamerlid Van Laar, beeld ANP, Martijn Beekman.
Oud-PvdA-Kamerlid Van Laar, beeld ANP, Martijn Beekman.

De kwaliteit en de betekenis van dit soort boeken verschilt. Het maakt bijvoorbeeld nogal wat uit of het Kamerlid in kwestie jarenlang een vooraanstaande positie in zijn of haar fractie innam, zoals Gesthuizen, of dat de boeken geschreven zijn door zogeheten backbenchers die relatief kort in de Kamer bivakkeerden.

Toch moeten we ervoor oppassen om op grond van hun onbekendheid de boeken van Berckmoes en Van Laar snel af te serveren. Het zijn immers vaak juist dit soort parlementariërs van wie we, als ze zich eenmaal aan het schrijven van memoires zetten, veel kunnen leren over Haagse mores en over de toedracht van bepaalde kwesties. Omdat zij in politiek opzicht niets te verliezen hebben, zijn backbenchers veelal openhartig. En omdat zij, hoewel niet tot de inner circle van de partijleider behorend, toch dicht bij het vuur zaten, weten zij altijd meer dan wij, gewone Nederlanders.

Wat kunnen we dan van Van Laar leren? Ten minste twee dingen. In de eerste plaats dat, net zoals dat volgens Berckmoes bij de VVD het geval was, ook bij de PvdA de fractiediscipline ver werd doorgevoerd. Over bijna alles waren, aldus Van Laar, onder het vorige kabinet coalitieafspraken gemaakt. Week een individueel Kamerlid daar slechts een millimeter van af, dan werd hij hardhandig tot de orde geroepen. Zo werd Van Laar door toenmalig fractievoorzitter Samsom gedwongen in te stemmen met de militaire missie tegen IS in Syrië met het chanterende dreigement dat anders 150 miljoen euro aan hulpgeld voor vluchtelingen niet beschikbaar gesteld zou worden.

Tenzij de cultuur aan het Binnenhof plotseling sterk veranderd is, kunnen eigenzinnige Kamerleden van VVD, CDA, D66 en ChristenUnie –de vier coalitiepartijen die samen slechts een krappe meerderheid hebben– hun borst dus natmaken.

De tweede les hangt samen met de eerste. Binnen de PvdA bepaalden in de vorige kabinetsperiode vier mensen eigenlijk alles, schrijft Van Laar: partijvoorzitter Spekman, fractievoorzitter Samsom, vicepremier Asscher en financiënminister Dijsselbloem.

Ook dat verschijnsel van een partijinterne oligarchie is nuttig om nog eens goed te overdenken. Precies honderd jaar na invoering van het algemeen kiesrecht leeft de vraag of onze democratie wel naar behoren functioneert, meer dan ooit. In het publieke debat hierover passeren tal van mogelijke verbeteringen de revue: kiesdrempels, districtenstelsels, referenda et cetera. Maar zouden politieke partijen niet eens moeten begínnen met het verbeteren van hun eigen interne democratie door al hun volksvertegenwoordigers serieus te nemen? De vraag stellen, is hem beantwoorden.

Meer over
Commentaar

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer