Buitenland

Conventie wacht moeilijke taak

„Aan de ene kant ligt de gapende afgrond van de mislukking, aan de andere kant de smalle weg naar het succes.” Giscard d’Estaing beseft dat de taak van de Europese conventie moeilijk is, zo zei bij zijn eerste optreden als voorzitter van die ’denktank’. Daar voegde hij een oproep tot enthousiasme aan toe.

A. A. C. de Rooij
1 March 2002 08:50Gewijzigd op 13 November 2020 23:26

Het 105 leden omvattende adviesorgaan werd donderdagmiddag in Brussel met een plechtige eerste zitting en voor het oog van de massaal aanwezige camera’s officieel geïnstalleerd. Het heeft tot opdracht een concept van een blauwdruk te vervaardigen voor een nieuwe bestuurlijke opzet van de EU. Het bestaande bouwwerk, dat in de jaren vijftig door de grondleggers van de Europese samenwerking is ontworpen, voldoet niet langer als het straks, na de beoogde toetreding van de kandidaat-lidstaten, meer dan 25 bewoners telt.

Niemand durft te voorspellen waar het te voeren debat in zal uitmonden. Vooralsnog zijn de tegenstellingen groot. Ruwweg wordt het een discussie tussen enerzijds de federalisten, die streven naar een verenigde staten van Europa, en anderzijds degenen die hechten aan het handhaven van de nationale soevereiniteit en die daarom de voorkeur geven aan een verenigd Europa van staten. Het gezelschap krijgt tot ongeveer halverwege 2003 de tijd om compromissen te smeden tussen die twee uitersten. Daarna zijn de regeringsleiders aan de beurt. Zij moeten uiteindelijk de besluiten nemen over de noodzakelijk geachte hervormingen.

Een klinkend resultaat is allerminst gewaarborgd. Giscard waarschuwde in zijn openingsrede: „Als we falen, dragen we bij tot de verwarring rond het Europese project. We weten dat het dan na de uitbreiding ontbreekt aan een doeltreffend en voor het publiek begrijpelijk bestuurssysteem. Dan dreigt ontwrichting.” Hij lichtte toe: „Het Europa in zijn huidige vorm heeft zijn grenzen bereikt. De eenwording vertoont symptomen van ademnood.” Daarbij verwees hij onder meer naar de geringe opkomst bij de laatste Europese verkiezingen.

Vervolgens schetste hij de deelnemers aan de conventie het perspectief van een geslaagd overleg: „Indien wij een akkoord tot stand brengen over een voorstel voor een structuur die is aangepast aan zowel de continentale dimensie als aan de eisen van de 21e eeuw, dan kunt u naar huis gaan met het gevoel een bescheiden, maar effectief aandeel te hebben geleverd aan een nieuw hoofdstuk in de geschiedenis van Europa.”

De inmiddels bejaarde vroegere Franse president (76), die in 1981 na de door hem verloren slag om de gunst van de kiezers uit het Elysée in Parijs moest vertrekken, hamerde voorts op het belang van een vooraanstaande positie voor de EU in de internationale politiek. „De wereld heeft thans behoefte aan een sterk, verenigd en vreedzaam Europa, dat met één stem spreekt.” Zelfs meende hij zijn collega’s te moeten voorhouden: „Eenieder op onze planeet zou zich beter voelen als hij die krachtige stem kon waarnemen.”

Giscard d’Estaing kondigde aan dat tijdens de eerste fase van de werkzaamheden ontmoetingen zullen worden georganiseerd met jongeren en met vertegenwoordigers uit alle geledingen van de maatschappij. De conventie wil van de burger horen wat hij van de Unie verwacht.

Meteen bij de start viel er overigens al enig gemor te beluisteren. Sommige afgevaardigden bespeuren in het reglement een te dominante rol voor de voorzitter. Zij zijn bang voor een typisch Frans presidentieel gedrag van het voormalige staatshoofd. Ook de pers toonde zich in dat opzicht bezorgd. Vooraf wilde hij namelijk alleen praten met een select groepje journalisten en overhandigde hij zijn speech alleen aan het Franse dagblad Le Monde. Giscard probeerde de media gerust te stellen: „Zoals elk levend wezen passen we ons bij gewijzigde omstandigheden aan.” Voorheen was hij de president van de republiek, nu is hij de voorzitter van een conventie.

Zijn openingsrede, waarbij hij afwisselend het Frans, het Engels en het Duits hanteerde, werd voorafgegaan door korte toespraken van de Spaanse premier Aznar, die dit halfjaar als aanvoerder van de EU fungeert, voorzitter Cox van het Europees Parlement en voorzitter Prodi van de Europese Commissie. Prodi over de ambities: „We moeten onszelf een grondwet geven, die de geboorte markeert van Europa als een politieke eenheid. We streven ernaar de unieke structuur van een supranationale democratie verder te ontwikkelen.” Giscard duidde het aan -naar zijn zeggen voor degenen die huiverig zijn voor een gemeenschappelijke grondwet- als „een constitutioneel verdrag.”

Een vergelijking met 1787 dringt zich voortdurend op. Toen vond in Philadelphia eveneens een conventie plaats. Die resulteerde na enkele maanden van noeste arbeid in een grondwet voor de Verenigde Staten van Amerika. De afgevaardigden van thans hopen dat zij op een zelfde wijze historie zullen schrijven als hun illustere voorgangers.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer