„AOW-leeftijd verhogen tot minstens 69 jaar”
Door de toegenomen levensverwachting moet de AOW-leeftijd geleidelijk worden verhoogd tot minstens 69 jaar in 2040.
Dat concludeert econoom Willem Heeringa van Tilburg University in een onderzoek waarop hij vrijdag promoveert.
Als het kabinet de AOW-leeftijd niet verhoogt, zullen de premies omhoog moeten. Ook zal het ouderdomspensioen moet worden versoberd, stelt Heeringa.
Sinds de introductie van het pensioenstelsel in 1957 leven de Nederlanders gemiddeld langer en krijgen ze minder kinderen. Tegelijkertijd zijn mannen minder gaan werken, maar vrouwen juist meer. De toegenomen arbeidsparticipatie van vrouwen weegt echter niet op tegen de negatieve effecten van de daling van het geboortecijfer en de afgenomen arbeidsparticipatie van mannen, aldus Heeringa.
De econoom stelt ook vast dat Nederlandse pensioenfondsen de pensioenpremies van jongeren risicovoller zouden moeten beleggen dan die van ouderen. Meer in aandelen beleggen levert voor de jongere generaties uiteindelijk meer op.
De politiek heeft ingezet op een geleidelijke verhoging van de AOW-leeftijd tot 67 jaar in 2021. Daarna wordt de pensioengerechtigde leeftijd gekoppeld aan de levensverwachting. Vakbond FNV pleit voor een bevriezing van de AOW-leeftijd op 65 jaar en 9 maanden. Minister Koolmees van Sociale Zaken liet echter onlangs weten dat dit niet gaat gebeuren vanwege de hoge kosten.
Chris Baggerman van vakorganisatie RMU noemt het voorstel van Heeringa „niet realistisch.” Volgens hem komen bij de RMU er dagelijks oproepen binnen van werkgevers en van werknemers met zware beroepen om de verhoging van de AOW-leeftijd een halt toe te roepen. „Kijk liever naar de ‘gezonde’ levensverwachting. Voor hoogopgeleiden is dat ongeveer 72 jaar, voor laagopgeleiden ongeveer 53 jaar.”