Gewone Europeaan moet wat merken van veranderingen in de EU
De Europese Unie is zaterdag, met een topontmoeting in Göteborg, begonnen aan een ingrijpende interne verbouwing. Die verbouwing van de unie van 28 landen –na de Brexit 27– zal zeker anderhalf jaar gaan duren.
In die tijd zullen er tal van topontmoetingen van regeringsleiders zijn, waarbij ze rustig met elkaar willen doorspreken over allerlei zaken zonder de druk van actuele problemen. Want het is inmiddels een bekend gegeven dat de EU alleen ingrijpende en eensgezinde besluiten weet te nemen als er een crisis is over het een of ander.
Het eerste thema dat de leiding van de EU wil aanpakken, is de sociale ongelijkheid. Zo verdient een Roemeen gemiddeld slechts 20 procent van het salaris van een gemiddelde West-Europeaan. Wat weer grote gevolgen heeft, omdat werknemers uit deze landen massaal op zoek gaan naar werk in de rijkere lidstaten.
De EU is een succes, maar dan vooral als het gaat over de economische samenwerking, geven de bestuurders in Brussel toe. Veel gewone Europeanen merken weinig goeds van de unie. Integendeel: ze voelen zich niet zelden beperkt door Europese regels en zien arbeidskrachten uit het oosten van de EU als een regelrechte bedreiging voor hun eigen positie en inkomen. Niet ten onrechte.
De voorzitter van de Europese Commissie, Jean-Claude Juncker, wil daarom vooral de sociale problemen en ongelijkheid in de unie aanpakken, zo zegt hij. Volgens hem moeten er sociale minimumeisen komen, waarin duidelijk gezegd wordt wat wel en niet sociaal acceptabel is in de gemeenschappelijke markt van de EU.
Dat klinkt allemaal mooi. Maar de praktijk zal ook nu vele malen weerbarstiger blijken dan de theorie. Want nogal wat landen zitten helemaal niet op de bemoeienis uit Brussel te wachten als het gaat om allerlei sociale kwesties. Waarom moet Brussel bepalen hoe lang vaders in ons land onbetaald kraamverlof kunnen opnemen? Kunnen we dat niet veel beter zelf regelen?
Als de EU echt wil aansluiten bij de gewone man en vrouw in de straat, zal ze juist moeten proberen om op de hoofdassen beleid te maken, maar op allerlei onderdelen de nationale parlementen gewoon hun eigen zaken te laten regelen. Overeenstemming bereiken over minimale sociale eisen die voor iedere lidstaat gelden, zal al moeilijk genoeg zijn in de logge Europese Unie.
De nu aangekondigde verbouwing zal in positieve zin merkbaar moeten zijn voor zowel de gemiddelde Roemeen als de gemiddelde Nederlander. Zo niet, dan zal de weerstand tegen EU en Brussel alleen maar groter worden. En zullen alle mooie plannen uiteindelijk averechts blijken uit te werken.