Drie kerken starten samenwerking bij geschiloplossing
Bij een conflict in de kerk wordt vaak pas hulp ingeroepen op het moment dat de zaak al geëscaleerd is. Dat moet anders, vindt een groep betrokkenen bij kerkelijke rechtspraak.
Drie vertegenwoordigers van de interkerkelijke commissie geschillen vanuit de Christelijke Gereformeerde Kerken (CGK), Gereformeerde Kerken vrijgemaakt (GKV) en Nederlands Gereformeerde Kerken (NGK) zitten om de tafel in Amersfoort. In die stad begon in 2012 het gesprek over de vraag of de kerken iets voor elkaar konden betekenen. De groep droeg daarom de informele aanduiding ”Amersfoorts beraad”, tot het moment dat dit jaar vanuit de synodes van de drie kerken een ja klonk tegen de vorming van de Interkerkelijke Commissie Geschillenoplossing (ICG).
De commissie heeft twee taken: het aanbieden van bemiddeling (mediation) en het beslechten van conflicten door het doen van een uitspraak, de zogeheten arbitrage. In beide gevallen kan ze alleen aan de slag als de partijen in een conflict ermee instemmen dat de commissie te hulp wordt geroepen.
De deelnemende kerken hebben tot nu toe eigen regelingen voor geschillen. Die functioneren niet altijd naar tevredenheid, legt mr. A. Wattèl (NGK) uit. „Kerkverbanden vormen een relatief kleine gemeenschap, waarin je bij de omgang met conflicten al snel te maken krijgt met steeds dezelfde mensen. Daarmee loop je het risico van partijdigheid. Bovendien is de groep kerkrechtdeskundigen en mediators beperkt.”
Drs. J. Feenstra (GKV): „Als commissie opereren wij onafhankelijker. Tegelijkertijd hebben we bij arbitrage als regel dat ten minste een van de commissieleden die een kwestie behandelen lid moet zijn van het kerkgenootschap waar het probleem speelt. Zo iemand weet het beste hoe de kerk in elkaar steekt waaruit hij afkomstig is.”
Het drietal is ervan overtuigd dat er vanuit kerkenraden en gemeenten vrijwel altijd te laat hulp wordt ingeroepen bij de omgang met conflicten. Wattèl: „Daardoor lopen problemen vaak nog meer uit de hand. Een conflict tussen kerkenraad en predikant blijft bijvoorbeeld niet meer binnenskamers. Als er tijdig aan de bel wordt getrokken, is zo’n escalatie meestal te voorkomen.”
Mediation is een van de vormen waarmee een conflict mogelijk in de kiem gesmoord kan worden. Ds. H. van Eeken, predikant van de cgk Delft, noemt als groot voordeel van mediation dat deze kan resulteren in een win-win situatie. „In plaats dat er een uitspraak gedaan wordt door een instantie die boven de partijen staat, moeten de betrokkenen er uitkomen via gesprekken die begeleid worden door een onafhankelijke derde.” Wat aan de orde komt in het mediationproces blijft geheim. Wel kan de uitkomst met instemming van de deelnemers openbaar worden gemaakt.
Een verschil tussen mediation en arbitrage is dat bij die laatste variant een arbiter meekijkt en tot een oordeel komt over een kwestie. Bij mediation moeten beide partijen er samen uitkomen. Feenstra: „Een belangrijke voorwaarde voor een geslaagde bemiddeling is dat beide partijen beschikken over voldoende reflectievermogen.”
Met goedvinden van de betrokken partijen kan de rol van de ICG ver gaan. Feenstra: „Een commissielid kan bijvoorbeeld een tijd lang kerkenraadsvergaderingen voorzitten waarin wordt gesproken over een probleem. Een onafhankelijk voorzitter is vaak beter dan een directbetrokkene in staat om de gedachtevorming in goede banen te leiden.” Wattèl: „Het is ook voorstelbaar dat een commissielid een gemeentevergadering leidt. Als de kerkenraad dat goedvindt natuurlijk. De commissie heeft in tegenstelling tot visitatoren op dit punt geen eigenstandige bevoegdheid.”
Leden van de drie kerken kunnen straks voor een arbitragekwestie rechtstreeks op de commissie afstappen. Die benadert dan een kerkenraad met de vraag of deze mee wil werken. Wattèl: „Als een kerkenraad verstandig is, zegt hij daar ja tegen. Want als het antwoord nee is, komt meteen de vraag op de kerkenraad af hoe die dán een uitweg uit het probleem wil zoeken.” Ds. Van Eeken: „Iedere kerkenraad heeft belang bij rust en vrede in de gemeente. Als daar een probleem ligt en je wilt dat niet oplossen, is dat veelzeggend.”
Voor mediation is het Steunpunt Kerkenwerk van de GKV aanspreekpunt. Via het steunpunt kunnen partijen een mediator kiezen die volgens bepaalde kwaliteitscriteria geschikt bevonden is om op te treden als kerkelijk conflictbemiddelaar.
Kerkelijke rechtsgang blijft bestaan
In de kerken die deelnemen aan de donderdag gestarte Interkerkelijke Commissie Geschillenoplossing (ICG) blijft de eigen rechtsgang bestaan.
In de GKV, de NGK en de CGK blijft het mogelijk om een beroep te doen op een meerdere vergadering. In de CGK blijven voorlopig nog de commissies geschiloplossing per particuliere synode actief. CGK-leden kunnen dus kiezen tussen de ICG of die commissies. In de GKV en de NGK wordt door een classis eerst getoetst of appellanten de gang naar de commissie gemaakt hebben. Commissielid mr. A. Wàttel: „Het is niet verplicht om naar de ICG te gaan, maar je hebt wat uit te leggen als je het niet doet.”
De uitspraak die via mediation of arbitrage wordt gedaan, is adviserend. Het staat partijen vrij om alsnog om een uitspraak te vragen van een meerdere vergadering. Het is aan betrokken partijen of het resultaat van arbitrage daarbij wordt ingebracht.
Wàttel signaleert dat vragen rond kerkelijke conflictbeheersing breed leven. Hij hoopt dat de ICG een voorbeeldrol gaat vervullen in de kerkelijke rechtspraak. „Mijn ideaal is dat er rechtsprekende organen zijn, opgezet door de kerken, die onafhankelijk opereren.”