Eigenlijk heeft iedere inwoner van Rottum wel schade aan de woning. Wie tijdens een wandeling door het rustige dorp goed oplet, ziet in veel gevels en kozijnen de kenmerkende, trapsgewijs zigzaggende aardbevingsscheuren zitten. In de woning van Mirjam Bouchier zijn de scheuren ook binnen te zien, bij het plafond en achter de verwarming bijvoorbeeld. „Dat zullen niet de laatste zijn, want de aardbevingen gaan ondanks de uitspraak van de Raad van State gewoon door. Het is wel hoopgevend dat minister Wiebes nu beter onderzoek moet doen”, zegt Bouchier.

Alleen uitstel

De kersverse minister Wiebes van Economische Zaken en Klimaat moet van de Raad van State binnen een jaar met een nieuw gaswinningsbesluit komen. Anneke Moreel, die ook in Rottum woont, gaat daar niet op wachten. Ze verhuist binnenkort met haar man naar het zuiden van Nederland. „We gaan niet weg vanwege de aardbevingen, maar dat we van het gedoe af zijn is wel een fijne bijkomstigheid”, vertelt Moreel.

Ongeveer 20.000 euro aan schade heeft Moreel sinds 2012 aan haar woning opgelopen. De uitspraak van de Raad van State ziet Moreel niet als een oplossing voor de gasproblematiek. „Die uitspraak zie ik als een stap, maar het is puur een jaar uitstel zodat de minister een betere onderbouwing kan maken. Ik wil wel positief denken, maar zolang het kabinet niet vrijwillig de gaswinning terugschroeft, heb ik geen aanleiding om dat te doen”, zegt Moreel.

Moeilijk doen

Zo’n 25 kilometer verderop, in Slochteren, zijn de mensen op straat iets positiever, hoewel het dorp al meerdere keren getroffen werd door een flinke beving. Het in Slochteren wonende echtpaar Boddeus is met de uitspraak van de Raad van State redelijk tevreden, maar ook zij beschouwen het meer als uitstel dan als een oplossing. Liever zouden ze zien dat de schades serieuzer zouden worden genomen.

„Wij willen natuurlijk ook warme voeten, dus ze kunnen niet zomaar alles dichtdraaien”, zegt Boddeus. „Maar als ze nou eens niet zo moeilijk zouden doen over het geld voor die aardbevingsschades, dan zouden de Groningers het al een stuk minder erg vinden.”