Dr. W. de Greef belicht verhouding van Reformatie tot de Joden
In het jaar waarin alom herdacht wordt dat 500 jaar geleden de Hervorming van de kerk een aanvang nam, staat Maarten Luther uiteraard volop in de belangstelling. Overal worden tentoonstellingen opgezet en evenementen georganiseerd die zijn gedachtenis nieuw leven moeten inblazen. Soms neigt het naar persoonsverheerlijking.
Toch is er deze keer ook zeker aandacht voor de minder positieve kanten van de reformator. Wie een dezer dagen bijvoorbeeld de tentoonstelling rond Luther in het Museum Catharijneconvent in Utrecht bezoekt, passeert een nis waarin een zwart Lutherbeeld staat, dat als een stout kind in de hoek is gezet. Daarboven hangen enkele banieren waarop te lezen is tegenover wie Luther zich op een vijandige manier heeft geuit. Daarbij zijn de hatelijkheden ten aanzien van de Joden wel het kwalijkst.
De vraag is hoe dat toch kwam. Had de Reformatie als de beweging die met nieuwe aandacht en liefde voor de Heilige Schrift, en voor het Oude Testament in het bijzonder, zegenrijk wilde zijn voor kerk en samenleving, niet ook een positieve wending kunnen zijn in de verhouding tussen christenen en Joden? Had de grote aandacht voor de ”Joodse Bijbel” niet een brug kunnen worden voor een nieuwe verstandhouding van het volk van het Oude Verbond en de christelijke kerk?
Aansprekende studie
Deze vragen hebben de hervormde emeritus predikant dr. Wulfert de Greef ertoe gebracht om na te gaan wat de betekenis is geweest van de ‘herontdekking’ van het Hebreeuwse Oude Testament. Of men daarbij ook de Joden als het volk van het Oude Verbond opnieuw heeft zien staan als gesprekspartner of deelgenoot is een spannende vraag.
Het is niet de eerste keer dat dr. De Greef zich met deze vragen heeft beziggehouden. We kennen hem, sinds zijn dissertatie over Calvijn en het Oude Testament (1984), als een kerkhistoricus met grote aandacht voor de geschiedenis van de uitleg van de Heilige Schrift die tegelijk de relatie tussen christenen en Joden bijzonder aan het hart gaat.
In deze nieuwe publicatie komen deze thema’s opnieuw samen en worden ze op een grondige en aansprekende manier uitgewerkt. Het is een gedegen studie waarin veel relevante studies zijn verwerkt. Tegelijk is het een aansprekend en voor theologisch geïnteresseerden goed leesbaar boek geworden.
De eerste drie hoofdstukken hebben een historisch karakter. Hoofdstuk 1 gaat over de Reformatie en de Bijbel. Daarin krijgt de lezer een goed overzicht van hoe in de bekende centra van de Reformatie –Wittenberg, Zürich, Straatsburg, Basel en Genève– de nieuwe aandacht voor de bronnen van de Heilige Schrift tot een opleving van Bijbelonderwijs en Bijbelstudie heeft geleid.
In dat licht kwamen ook de Joodse geschriften weer in zicht, zeker vanwege het feit dat de reformatoren zich het Hebreeuws eigen moesten maken. Het eerste hoofdstuk geeft in kort bestek een goed overzicht van het vele wat in de Reformatie tot stand kwam ten aanzien van het onderzoek van de Bijbel.
In het tweede hoofdstuk gaat het over de betekenis van het Oude Testament volgens de reformatoren. Het Oude Testament is voor hen ook het woord van Jezus Christus. Voor Luther en Melanchthon werd dat vooral duidelijk in het kader van de tegenstelling tussen Wet en Evangelie. De tegenstelling tussen het oude en het nieuwe verbond was bij hen daarom meer aan de orde dan bijvoorbeeld bij Calvijn.
Ook voor de reformator van Genève was het Oude Testament de profetie van Christus, maar in zijn visie op de eenheid van Gods verbond –met de twee bedelingen– was er ten aanzien van de relatie met God en Israël meer ruimte voor de eigenheid van het oudtestamentische getuigenis.
Het derde hoofdstuk over de Reformatie en de Joden laat zien hoe de reformatoren zich tot de Joden hebben verhouden en hoe ze zich over hen hebben uitgesproken. Het was niet alleen Luther die negatief en discriminerend was. In meer of mindere mate moesten ook de andere reformatoren niet veel van de Joodse opvattingen hebben. Ze wezen die soms in de persoonlijke ontmoeting, maar meestal in de confrontatie met Joodse geschriften af.
Vooral de ergernis over de Joodse weigering om Christus als de in het Oude Testament beloofde Messias te zien was de reden van hun afkeer. De Straatsburgse reformator Capito was een witte raaf te midden van zijn collega’s. Hij had veel verwachting voor de toekomst van het Joodse volk in de weg van Gods beloften.
De conclusie van dr. De Greef is dat de Reformatie, ondanks alle aandacht voor het Oude Testament, niet tot een verbetering geleid heeft van de relatie tussen christenen en Joden. De weigering van de Joden om Jezus als de Christus te erkennen was daarbij beslissend.
Positie bepalen
Dr. de Greef sluit af met een hoofdstuk over hoe de relatie tussen christenen en Joden na 500 jaar opnieuw bezien kan worden. Dat geeft deze historische studie iets extra’s. Kerkgeschiedenis is meer dan een vrijblijvende weergave van wat er in het verleden is gebeurd. Het levert ook een bijdrage tot een verantwoorde positiebepaling in vraagstukken waar wij nu in kerk en geloof mee te maken hebben.
Dr. De Greef voelt zich aangesproken door de theologische visie van de onopgeefbare verbondenheid van Kerk en Israël, zoals die zich sinds de Tweede Wereldoorlog, vooral in de Nederlandse Hervormde Kerk, ontwikkelde. Hij geeft een eerlijk overzicht van de tegengestelde geluiden die er vooral klinken ten aanzien van de landbelofte en de verhouding van de staat Israël en de Palestijnen.
Zijn pleidooi eindigt met de oproep om bij de hoop op Gods Koninkrijk, dat in Christus gekomen is, niet uit het oog te verliezen wat voor wonder het is dat het de God van Israël is Die in Christus onze God wil zijn. De manier waarop dr. De Greef in zijn slothoofdstuk zo veel mogelijk theologisch –en nadrukkelijk niet politiek– wil spreken is, ook voor degenen die niet in alles met hem mee kunnen gaan een waardevolle bijdrage aan een voortgaand debat, dat waarschijnlijk zal duren tot aan de jongste dag.
Boekgegevens
De Reformatie, het Oude Testament en de Joden, Wulfert de Greef; uitg. Eburon, Delft, 2017; ISBN 978 94 630 1152 5; 202 blz.; € 22,-.