De groei is wel minder sterk dan in het tweede kwartaal, toen het bruto binnenlands product (bbp) nog met 1,5 procent toenam. Dat was volgens het CBS dan ook een uitzonderlijk sterke periode. Ten opzichte van het derde kwartaal van 2016 is de economie met 3 procent gegroeid.

Nederland presteert daarmee in lijn met de meeste omringende landen, zegt hoofdeconoom Peter Hein van Mulligen van het CBS. „Alleen Duitsland doet het met een groei van 0,8 procent duidelijk beter.” Dat land heeft sinds de crisis ook nog altijd een sterker herstel laten zien dan Nederland.

De economische groei in het derde kwartaal werd breed gedragen. De export, de investeringen en de consumptie door huishoudens zaten stuk voor stuk in de lift. Dat is in lijn met de hogere werkgelegenheid en het grote vertrouwen van zowel consumenten als ondernemers in de economie.

Consumenten gaven afgelopen kwartaal meer geld uit aan met name elektrische apparaten, kleding en de inrichting van hun woning. Daarnaast aten en dronken zij vaker buiten de deur en besteedden zij meer aan recreatie.

Vooral de investeringen in woningen, auto’s en vliegtuigen zijn toegenomen. De hogere export is met name te danken aan de uitvoer van machines en apparaten. Maar er gingen ook meer chemische producten en auto’s de grens over.

Sinds het derde kwartaal werd afgesloten is het economische beeld verder verbeterd, concludeert het CBS aan de hand van een aantal recente indicatoren. Die liggen momenteel stuk voor stuk boven hun langjarige trend.

„Economische groei krijgt pas écht betekenis wanneer Nederlanders ervan beginnen te profiteren”, reageert minister van Economische Zaken Eric Wiebes. „In de cijfers zien we dat nu gebeuren.” Hij wees daarbij op de verder aantrekkende werkgelegenheid.