Wall Street doorbreekt verliesreeks
De aandelenbeurzen in New York zijn maandag na twee handelsdagen met verlies weer eens met winst gesloten. Beleggers verwerkten onder meer overnamenieuws in de chipsector en de speelgoedbranche. Ook kwam zwaargewicht General Electric (GE) met een strategie-update. Verder leek de markt in afwachting van nieuws over het Amerikaanse monetaire beleid en belastingherzieningen
De leidende Dow-Jonesindex eindigde 0,1 procent hoger op 23.439,70 punten. De brede S&P noteerde ook 0,1 procent in de plus op 2584,84 punten. Technologiegraadmeter Nasdaq sloot eveneens 0,1 procent hoger op 6757,59 punten.
Beleggers reageerden verheugd op het vooruitzicht van een mogelijke overname van Mattel door Hasbro. Mattel, bekend van onder meer Fisher Price, Barbie en de auto’s van Hot Wheels zag zijn beurswaarde met dik 20 procent stijgen. Hasbro, bekend van onder meer Monopoly en Cluedo, won 5,9 procent.
Verder werd chipgigant Qualcomm beloond met een stijging van 3 procent voor het afwijzen van branchegenoot Broadcom. Qualcomm liet weten geen heil te zien in het overnamevoorstel ter waarde van 130 miljard dollar. Het bedrijf is van mening Broadcom niet nodig te hebben om waarde te creëren voor investeerders.
Industrieel conglomeraat GE verloor 7,2 procent. Het industrieel conglomeraat maakte onder meer bekend dat het voor de derde keer in zijn 125-jarige geschiedenis het dividend zal verlagen en dat het mes wordt gezet in het personeelsbestand.
Bij de overige bedrijven steeg vliegtuigmaker Boeing 0,6 procent. Het bedrijf wist een miljardenorder van luchtvaartmaatschappij Emirates binnen te slepen.
Tyson Food profiteerde met een plus van 2 procent van een beter dan verwacht kwartaalbericht. Verder maakte investeerder Brookfield Property Partners (min 5 procent) bekend ook de aandelen die het nog niet bezit in vastgoedbedrijf GGP over te nemen. De eigenaar van winkelcentra steeg 8,3 procent.
De euro was 1,1667 dollar waard, tegen 1,1657 dollar bij het sluiten van de Europese beurzen eerder op de dag. De prijs van een vat Amerikaanse olie was nagenoeg ongewijzigd op 56,73 dollar. Brentolie kostte 0,6 procent minder en werd verhandeld voor 63,13 dollar per vat.