Naast de schenking, de op één na grootste in de geschiedenis van het Stedelijk, toont het museum ook aankopen en een langdurig bruikleen van de verzamelaar. Borgmann schonk 217 werken, bestaande uit 647 objecten. Over de aankopen ontstond onlangs ophef, omdat die volgens NRC waren verzwegen. Het gaat om de grote installatie Subject Driven (1978-2008) van Matt Mullican en een serie van zes werken met de titel Aspirin (2002) van Michael Krebber.

Het museum vertelt met deze werken wat er in de hedendaagse kunst gebeurde in de jaren negentig en aan het begin van deze eeuw. „Het was een tijd van ontgrenzing, ook in de kunst”, zegt conservator Martijn van Nieuwenhuyzen. „Kunstenaars werden mobieler en de studiopraktijk veranderde.” Bovendien vervaagde volgens hem het onderscheid tussen schilders, beeldhouwers en videokunstenaars. „Verschillende kunstvormen werden naast en door elkaar gebruikt.”

De Borgmann-collectie is voor het Stedelijk „een geweldige aanvulling op de vaste collectie”. De expositie is te zien tot en met 4 maart.