Europa pakt olielozingen harder aan
Europa pakt olielozingen door schepen op zee harder aan. Ministers van Verkeer hebben dat vrijdag in Luxemburg besloten; ze namen een richtlijn aan die verder gaat dan huidige verdragen.
Voor Nederland betekent het besluit dat reders en kapiteins in meer gevallen aansprakelijk zijn voor olieschade. Nu is dat alleen bij opzet, straks ook bij grote nalatigheid. Bovendien kan justitie voortaan ook andere betrokkenen aanpakken, zoals het classificatiebureau dat een tanker heeft gekeurd.
Het voorstel verplichtte justitie aanvankelijk alle olielozingen te onderzoeken en te vervolgen. „Schier ondoenlijk", vond Nederland, gezien de 350.000 scheepsbewegingen in het Nederlandse deel van de Noordzee. Op verzoek van minister Peijs (Verkeer) is die verplichting uit het voorstel geschrapt.
De richtlijn is vooral een verbetering voor zuidelijke lidstaten als Spanje en Portugal. Die hadden nog weinig mogelijkheden om lozende schepen te vervolgen: dat bleek bijvoorbeeld een probleem na de ramp met de Prestige. De tanker vervuilde eind 2002 ruim duizend Spaanse stranden. Justitie arresteerde de kapitein, maar die werd later op borgtocht vrijgelaten.
Europees commissaris De Palacio (Verkeer) wilde vorig jaar nog dat kapiteins celstraf konden krijgen wegens lozingen. Dat idee is in de wacht gezet. Over de straffen vergaderen de Europese ministers van Justitie later.
De nieuwe richtlijn moet nog de instemming krijgen van het Europees Parlement.