Bij de oefening ‘Danger Close’ wordt een grote ramp, die aanvankelijk klein begint, nagebootst. De bedoeling is om het personeel te trainen op plotselinge opvang van een groot aantal patiënten. Daarnaast wordt het mobiliseren van hulptroepen en het gebruiksklaar maken van het ziekenhuis getest. De Nederlanders worden bijgestaan door hun Belgische collega’s, die door de recente terreuraanslagen ervaring hebben met rampscenario’s.

Het Calamiteitenhospitaal heeft tweehonderd bedden en kan binnen een half uur na opening slachtoffers opvangen. Verder is het hospitaal 8000 vierkante meter groot en heeft het twaalf intensivecareplekken en drie operatiekamers. Het noodziekenhuis, dat dient als back-up voor noodsituaties, is een samenwerkingsverband tussen de ministeries van Defensie en VWS en het UMC Utrecht.

De laatste keer dat het Calamiteitenhospitaal werd gebruikt was in september 2015. Patiënten uit het VU Medisch Centrum in Amsterdam moesten door een gesprongen hoofdwaterleiding worden geëvacueerd. Daarvoor ving het hospitaal sinds de oprichting in 1991 onder meer slachtoffers van de vliegramp in Faro en de tsunami in Azië op. Ook verzorgde het de eerste opvang van Libische oorlogsslachtoffers en van een Nigeriaanse ebolapatiënt.