„Geslotenheid maakt werk politie moeilijker”
Het is voor de politie lastig om goed onderzoek te doen hechte wijken en buurten. In dergelijke gemeenschappen kent iedereen elkaar, wordt verraad bestraft en vallen buitenstaanders direct op. De politie kan er op weinig steun rekenen en bewoners handelen problemen liever zelf af.
In die wijken komt het dus aan op houding, kennis en timing van politiemensen, die situaties goed moeten kunnen aanvoelen. Maar dat lukt niet altijd omdat men opvalt in de gemeenschap. Opsporingsonderzoeken lopen dan snel ‘stuk’.
Een en ander blijkt uit een onderzoek in opdracht van het programma Politie en Wetenschap. Het onderzoek werd gedaan in het West-Brabantse Sint Willebrord, de Vogeltjesbuurt in Tilburg, de stadsbuurt Ondiep in Utrecht, Volendam en de stadsbuurt Enschede-Wesselerbrink. Dat zijn allemaal dorpen en volksbuurten met een sterke ons-kent-ons-mentaliteit.
Uit de studie blijkt dat het behoorlijk ingewikkeld is om een netwerk van informanten op te bouwen. De onderzoekers pleiten daarom voor meer inzet op gebiedsgericht recherchewerk met kennis van de lokale gemeenschap. Dat betekent dat er een sleutelrol is weggelegd voor de wijkagent. Die kent de mensen en de plaatselijke gebruiken en weet wat er speelt.