Europese beurzen stevig in het groen
De meeste Europese aandelenbeurzen stonden woensdag stevig in het groen. Beleggers trokken zich op aan de positieve stemming in Azië en keken uit naar het rentebesluit van de Amerikaanse Federal Reserve (Fed). Op het Damrak viel de handelsupdate van Heijmans in goede aarde.
De AEX-index op Beursplein 5 noteerde rond het middaguur 0,6 procent hoger op 556,72 punten. De MidKap won 0,9 procent tot 854,58 punten. De beurzen in Parijs en Londen stegen tot 0,5 procent. In Frankfurt, waar beleggers terugkeerden na een vrije dag, klom de DAX 1,6 procent.
Grootste stijgers in de AEX waren staalproducent ArcelorMittal en biotechnologiebedrijf Galapagos met winsten van 2,7 en 2,5 procent. Wolters Kluwer stond onderaan met een verlies van 0,9 procent. Het handelsbericht van de informatieleverancier voldeed volgens analisten aan de verwachtingen.
In de MidKap gingen luchtvaartcombinatie Air France-KLM en roestvrijstaalmaker Aperam aan kop met plussen van 2,8 en 2,5 procent. Grootste daler was voedingsbedrijf Wessanen met een min van 0,7 procent.
ASMI klom 0,6 procent. De toeleverancier aan de chipindustrie boekte meer winst en omzet in het derde kwartaal. De winstmarges stonden wel onder druk door nieuwe producten die het bedrijf introduceerde.
Bij de kleinere bedrijven won Heijmans ruim 8 procent. Bij het bouwbedrijf heeft het herstel in de afgelopen maanden doorgezet. Heijmans had eerder veel last van probleemprojecten, maar ligt nu naar eigen zeggen weer „op koers naar structureel herstel”.
In Frankfurt zakte Deutsche Telekom 1,7 procent. Beleggers verwerkten het nieuws dat de fusiegesprekken tussen de Amerikaanse telecommaatschappij Sprint en branchegenoot T-Mobile USA zouden worden stopgezet. T-Mobile USA is een dochteronderneming van Deutsche Telekom.
In Londen kelderde Next ruim 7 procent. De resultaten van de Britse retailer bleven ver achter bij de verwachtingen van beleggers en analisten. De Britse bank Standard Chartered, die ook met teleurstellende cijfers kwam, daalde meer dan 6 procent.
De euro was 1,1633 dollar waard, tegen 1,1643 dollar een dag eerder. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,3 procent meer op 55,05 dollar. Brentolie werd 1,2 procent duurder op 61,65 dollar per vat.