Politiek

Tijd voor pas op de plaats in euthanasiedebat

Een pas op de plaats maken; dat is in grote lijnen de strekking van het regeerakkoord ten aanzien van euthanasie. Veel medische beroepsgroepen kunnen zich daar goed in vinden. Alleen de NVVE eist „een optimale toepassing” van de wet.

Van onze verslaggever
30 October 2017 20:08Gewijzigd op 16 November 2020 11:49
beeld ANP, Lex van Lieshout
beeld ANP, Lex van Lieshout

Jarenlang zette de Nederlandse Vereniging voor een Vrijwillig Levenseinde (NVVE) de toon in het euthanasiedebat. De organisatie lobbyde voor een euthanasiewet, en die kwam er ook. Een volgend actiepunt was het verruimen van de toepassingsmogelijkheden. En zie daar; ook patiënten met beginnende dementie en psychiatrische patiënten vroegen en kregen steeds vaker euthanasie.

Nog steeds maakt de vereniging geen geheim van haar doelstellingen, zo bleek maandag tijdens een hoorzitting in de Tweede Kamer. De notitie waarmee NVVE-directeur en oud-PvdA-Kamerlid Wolbert de vergaderzaal binnenkwam, liet aan duidelijkheid weinig te wensen over: „De NVVE wil een optimale uitvoering van de wet, ook voor groepen die in de praktijk geen hulp krijgen.” Lees: voor mensen met dementie, een stapeling van ouderdomsklachten en een psychiatrische achtergrond.

Nogal wat medische beroepsgroepen zijn echter wel even klaar met die vooruitstrevendheid, zoals artsenorganisatie KNMG. „Ongepast”, bitste voorzitter Héman over de oproep van de NVVE aan artsen om in complexe situaties nog vaker te kiezen voor actieve levensbeëindiging.

Héman constateert een zorgelijke kloof tussen wat de bevolking zegt te willen, denkt dat er op het gebied van euthanasie allemaal mogelijk is én tussen datgene wat voor artsen acceptabel is. „Polarisatie kan het debat nu even niet gebruiken”, is zijn verzuchting.

De Landelijke Huisartsen Vereniging en Verenso, de vereniging voor specialisten ouderengeneeskunde, zijn dat met hem eens. Ze tonen zich onder meer bezorgd over de groeiende neiging van burgers om al ver van te voren in wilsverklaringen het moment te preciseren waarop de arts euthanasie ‘moet’ toepassen. De beroepsverenigingen zien meer in het zogeheten advanced care planning. Arts én patiënt blikken daarbij ruim op tijd vooruit op elk komend stadium in het ziekteproces. Daarbij komen minder vergaande ingrepen dan euthanasie eerst aan de orde. Zo kan de arts aangeven hoe hij klachten zoals pijn of benauwdheid nog zoveel mogelijk kan verzachten. De patiënt kan aangeven bepaalde behandelingen of medicijnen niet meer te willen.

Aanzetten voor het verscherpen van de euthanasiewet werden er maandag in het debat niet gegeven. Wel werden de zorgen van prof. dr. J. J. van Os dat de behandeling van veel psychiatrische patiënten met een euthanasieverzoek niet optimaal was breder gedeeld. Psychiater J. Mokkenstorm van stichting 113 Zelfmoordpreventie schatte in dat hooguit 55 procent van de ggz-patiënten met angststoornissen of depressies wordt behandeld volgens de richtlijnen. „De rest krijgt een goed gesprek.”

Dat een stijgend aantal euthanasieverzoeken van psychiatrische patiënten wordt ingewilligd is vooral het werk van de stichting Levenseindekliniek. Deze stichting heeft 6 psychiaters in dienst; vorig jaar namen zij 46 van de in totaal 60 uitgevoerde aanvragen voor hun rekening. „Maar”, zei psychiater Gijsbers van Wijk namens de Nederlandse Vereniging voor Psychiaters (NVvP), „de opvattingen van deze zes over wanneer psychisch lijden uitzichtloos en onbehandelbaar is, zijn niet representatief voor die van de NVvP.”

Vrijdag werd bekend dat de NVvP wil dat patiënten een euthanasieverzoek zoveel mogelijk kunnen bespreken met hun vaste behandelaar. „Om te voorkomen dat het beoordelen van deze precaire verzoeken wordt overgelaten aan de zes collega’s van de Levenseindekliniek”, benadrukte Gijsbers van Wijk.

In het debat over euthanasie bij gevorderde dementie lijkt de rechterlijke macht hét beslissende piketpaaltje te gaan slaan. Twaalf keer maakten artsen tot dusver gebruik van de mogelijkheden die de wet biedt om euthanasie toe te passen bij mensen met een (sterk) verminderde wilsbekwaamheid. Volgens de toetsingscommissies deden drie artsen dat onzorgvuldig. Tegen een van hen loopt momenteel een strafrechtelijk vooronderzoek door het OM; het eerste in 15 jaar.

Als rechters uiteindelijk de grens van de euthanasiewet zouden bepalen, is daar niets op tegen, onderstreepte procureur-generaal M. Otte van het openbaar ministerie maandag. Eerder bepaalde de rechter volgens hem bij lichamelijk én bij psychisch lijden tot hoever de arts mag gaan. Én, benadrukte Otte, „het strafproces is niet melaats.”

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer