Bijstandstrekker gaat er haast niet op vooruit
Bijstandsgerechtigden gaan er nauwelijks op vooruit onder het kabinet-Rutte III. Rijkere gepensioneerden moeten daarnaast met koopkrachtdaling rekening houden. Dat heeft het Nationaal Instituut voor Budgetvoorlichting (Nibud) becijferd.
Door de plannen uit het regeerakkoord heeft een alleenstaande in de bijstand in 2021 per maand 21 euro meer te besteden dan dit jaar. Voor een alleenstaande met een kind is dat 15 euro. Dat hun situatie maar zo weinig verbetert, komt doordat zij geen voordeel hebben van de hogere arbeidskorting en omdat de uitkeringen minder stijgen dan de lonen.
Wie de AOW-leeftijd al is gepasseerd profiteert niet van de loonstijging, meldde het Nibud vrijdag verder. Rutte III komt wel met maatregelen om ouderen wat te helpen in de portemonnee, maar die zijn vooral voordelig voor ouderen met alleen AOW of een klein aanvullend pensioen.
Werkenden krijgen wel meer te besteden. Hun koopkracht stijgt, afhankelijk van hun situatie, met zo’n 4 tot 6 procent in de komende vier jaar. Huishoudens met kinderen profiteren verder van de verhoging van de kinderbijslag en het inkomensafhankelijke kindgebonden budget.
Een andere verandering waar veel mensen baat bij hebben is de afschaffing van de inkomensgrenzen in de huurtoeslag. Dit kan voor sommige huishoudens op termijn meer dan 160 euro per maand schelen.
Wat iedereen raakt in de portemonnee is de voorgenomen verhoging van het lage btw-tarief van 6 naar 9 procent. De dagelijkse boodschappen zullen hierdoor wat duurder uitpakken.
Minister Koolmees van Sociale Zaken en Werkgelegenheid zei vrijdag dat niet volgend jaar, maar vanaf 2019 echt voelbaar zal zijn dat mensen in Nederland meer te besteden hebben. Dan worden de meeste maatregelen van het nieuwe kabinet ingevoerd.
Staatssecretaris Snel van Financiën zei na de ministerraad dat het kabinet de eerste stap heeft gezet om de Wet-Hillen af te schaffen. Die wet regelt dat woningbezitters die hun hypotheek (bijna) hebben afgelost, een belastingvoordeel genieten. Oppositiepartijen vinden dat met het afschaffen van de wet mensen worden gestraft en spreken van een aflosboete.