Rutte III: 76 kikkers in de kruiwagen
Dat de vorming van het kabinet-Rutte III een enorme taak was, blijkt alleen al uit het recordaantal van 225 dagen dat ervoor nodig was. Maar hoe verhoudt Mark Ruttes derde regering, die donderdag aantreedt, zich tot andere kabinetten uit het verleden?
Dat Mark Rutte voor een derde keer premier wordt is geen unicum. Sinds de Tweede Wereldoorlog gingen Willem Drees (1948-1958), Dries van Agt (1977-1982), Ruud Lubbers (1982-1994) en Jan Peter Balkenende (2002-2010) hem voor. Drees en Balkenende hebben zelfs vier regeringsploegen op hun naam staan.
Mede door de lange formatie heeft VVD-voorman Rutte wel het record te pakken voor het langstzittende kabinet: op 20 augustus nam hij met zijn VVD-PvdA-kabinet het stokje over van het derde kabinet van Ruud Lubbers, dat 1748 dagen in het zadel zat. Dat hij tevens het record voor de langste formatie in handen heeft, daar zal de goedlachse VVD’er iets minder trots op zijn.
De onderhandelingen duurden erg lang - zo bleven de fractievoorzitters tot in den treure herhalen - omdat het met vier partijen nu eenmaal lastig onderhandelen is. En dat er al lang geen kabinet met zoveel partijen is geweest klopt. De laatste keer dat een regeringsploeg uit meer dan drie partijen bestond was eind jaren zeventig.
Maar minstens net zo lastig zijn de stemverhoudingen de komende jaren in de Tweede Kamer: de coalitie leunt op een minimale meerderheid van één zetel. Het lag daarom voor de hand zo veel mogelijk zaken in het regeerakkoord dicht te timmeren, en zo hopelijk alle 76 kikkers in de kruiwagen te houden.