Taalrubriek: Brave hendrik en vrolijke frans
Weer wat geleerd: Hendrik schrijf je met een kleine letter als je het over ”een brave hendrik” hebt. Iets dergelijks gebeurt ook met ”een nieuwsgierig aagje”, ”een vrolijke frans”, ”een saaie piet”, ”een rare tinus” en ”een houten klaas”.
Het heeft me altijd geïntrigeerd waarom nu juist Piet saai zou zijn en Frans vrolijk, of waarom Mina dol zou zijn en Harry handig. Heel vaak is de herkomst van zo’n uitdrukking in nevelen gehuld. Maar er zijn toch een paar van dit soort etiketten waar je wél een verhaal bij kunt vertellen.
”Een ongelovige thomas”, dat snapt iedereen, waar dat vandaan komt. Bij ”de ware jakob” is het lastiger, want de uitdrukking zou eigenlijk ”de ware rachel” moeten zijn – maar ook dat is voor lezers met Bijbelkennis niet al te moeilijk. Wie weet evenwel nog dat ”een vrolijke frans” verwijst naar een sprookje van Grimm? Of dat ”een nieuwsgierig aagje” afkomstig is uit een zeventiende-eeuwse klucht? Dankzij ”Kluchtigh avontuurtje van ’t nieuwsgierigh Aeghje van Enckhuysen” staat Aagje voor altijd als nieuwsgierig te boek.
Iets dergelijks is er ook met ”een brave hendrik” gebeurd. Hendrik is de hoofdpersoon uit een populair leesboekje voor kinderen: ”De brave Hendrik” van Nicolaas Anslijn, verschenen in 1810. Het verhaal begint zo:
„Kent gij Hendrik niet, die altijd zoo beleefd zijnen hoed afneemt als hij voorbij gaat? Vele menschen noemen hem de brave Hendrik, omdat hij zoo gehoorzaam is, en omdat hij zich zoo vriendelijk jegens ieder gedraagt. Hij doet nooit iemand kwaad. Er zijn wel kinderen, die hem niet liefhebben. Ja, maar dat zijn ook ondeugende kinderen. Alle brave kinderen zijn gaarne bij Hendrik.”
Je zou als hedendaags kind meteen een hekel aan die Hendrik krijgen. Het is tegenwoordig dan ook bepaald geen compliment als je iemand ”een brave hendrik” noemt. Braaf, dat is iets wat mensen vroeger goed en deugdzaam vonden. Lang geleden betekende het woord zelfs ”moedig” – zie het Engelse ”brave”. Maar nu staat het voor slap, aangepast, initiatiefloos, zonder ruggengraat. Zelfs ouders houden tegenwoordig meer van ”Ik ben lekker stout” van Annie M. G. Schmidt. Dat komt: in onze tijd hebben mensen idealen waarin zelfstandigheid, vrijheid en initiatief een belangrijke rol spelen.
Maar twee eeuwen geleden was dat anders. Toen ging het om deugd, burgerschap en godsvrucht. Ouders hielden daarom veel van brave verhalen en gedichten voor hun kinderen. Behalve Hendrik had je ook Maria, uit ”De brave Maria” (1811). En natuurlijk Jantje, uit ”Jantje zag eens pruimen hangen” (1779). Als íémand een brave hendrik is, dan is het Jantje wel. Maar Jantje is niet spreekwoordelijk geworden, evenmin als Maria. Alleen Hendrik torst de last van zijn braafheid de eeuwen door.