Beperkte koersuitslagen op Wall Street
De beurzen in New York zijn donderdag zonder grote uitslagen gesloten. Een behoorlijk koersverlies voor zwaargewicht Apple hield Wall Street in bedwang. Verder waren er weer veel kwartaalcijfers van onder meer sigarettenmaker Philip Morris International, telecombedrijf Verizon Communications en verffabrikant PPG Industries.
De Dow-Jonesindex eindigde licht hoger op 23.163,04 punten en de brede S&P 500 steeg een fractie tot 2562,10 punten. Daarmee wisten beide graadmeters nieuwe records te bereiken. De technologiebeurs Nasdaq zakte 0,3 procent tot 6605,07 punten.
Wall Street stond verder stil bij het feit dat het precies dertig jaar geleden is dat de beurzen wereldwijd een stevige duik namen tijdens Zwarte Maandag. De crash van 1987 zag het grootste dagverlies ooit voor de Dow-Jonesindex; groter dan tijdens de beurskrach in 1929 en groter dan tijdens de financiële crisis in 2008.
Apple verloor 2,4 procent. Er zijn berichten dat de vraag naar de nieuwe iPhone 8 lager is dan verwacht omdat veel klanten wachten op de luxere iPhone X die later dit jaar uitkomt. Ook zouden er problemen zijn met de Apple Watch in China.
PPG, dat eerder dit jaar nog een poging deed om AkzoNobel over te nemen, zette een hogere omzet en een winst in de boeken. Die had nog hoger kunnen zijn als de orkanen die de VS teisterden niet in de weg hadden gezeten. PPG won 1,3 procent. Ook luchtvaartconcern United Continental (min 12 procent) had last van het weer en gaf aan dat de nettowinst door annuleringen tijdens het orkaanseizoen lager uit was gevallen.
Verizon ging 1,2 procent omhoog. De cijfers vielen in goede aarde bij beleggers. Dat gold niet voor de resultaten van Philip Morris, dat bijna 4 procent aan waarde verloor. Softwarebedrijf Adobe Systems sprong ruim 12 procent omhoog dankzij goede cijfers.
Ook investeringsmaatschappij Blackstone opende de boeken en ging 1,6 procent vooruit. Internetmarktplaats eBay leverde 1,8 procent in na tegenvallende vooruitzichten.
Verder werd bekend dat de uitkeringsaanvragen in de VS zijn gedaald naar het laagste niveau sinds 1973.
De euro was 1,1849 dollar waard, tegen 1,1844 dollar bij het slot in Europa. Een vat Amerikaanse olie kostte 1,2 procent minder op 51,40 dollar. Brentolie zakte 1,6 procent tot 57,23 dollar.