Helft Duits eiland geëvacueerd om bom
De helft van het Duitse eiland Helgoland is donderdagmiddag geëvacueerd om de explosievenopruimingsdienst de gelegenheid te geven een 500-ponder onschadelijk te maken Alle bewoners van het hoge gedeelte van het eiland, ongeveer 800 mensen, moesten uit voorzorg hun huis uit.
Helgoland ligt militair strategisch gunstig in de Duitse Bocht. Het eiland raakte aan het eind van de Tweede Wereldoorlog onbewoond en werd totaal verwoest door de bombardementen van de geallieerden. Alleen een bunker voor onderzeeërs en een ondergronds gangenstelsel bleven relatief ongeschonden.
Om ook dat vestingwerk voorgoed onbruikbaar te maken besloten de Britten, die het Noordzee-eiland in de naoorlogse jaren als oefenterrein voor luchtaanvallen gebruikten, tot operatie ‘Big Bang’. Ze stapelden 4000 springladingen van torpedo’s, 9000 dieptebommen en ruim 90.000 granaten in het labyrinth. Op 18 april 1947 ging bij elkaar 6700 ton aan explosieven de lucht in. Het was destijds de grootste niet-nucleaire ontploffing door menselijk toedoen in de wereldgeschiedenis.