Kerk & religie

De taal van koorbanken

Middeleeuwse koorbanken vertellen een verhaal. Over het gebruik van kerken in vervlogen tijden, over de positie van geestelijken, over Bijbelse symboliek en ook over ambachtslieden met gouden handen. Christel Theunissen deed onderzoek naar koorbanken in het hertogdom Brabant.

19 October 2017 13:50Gewijzigd op 16 November 2020 11:44
In de Onze-Lieve-Vrouwekerk in het Belgische Aarschot staat een middeleeuwse koorbank van de hand van Jan Borchman.  beeld Christel Theunissen
In de Onze-Lieve-Vrouwekerk in het Belgische Aarschot staat een middeleeuwse koorbank van de hand van Jan Borchman.  beeld Christel Theunissen

David, Maria, dansende apen en een satire op de ijdelheid. Het zijn afbeeldingen die allemaal terug te vinden zijn op de koorbanken in de kerk van het Belgische Aarschot. Een geestelijke die zich aan het einde van de middeleeuwen tijdens de mis wat verveelde, had om zich heen genoeg te zien. Via kunstig houtsnijwerk gaven houtsnijders boodschappen door over de Bijbel, wijsheden en waarschuwden zij –soms met een knipoog– voor zonden of de leegheid van het aardse leven.

De koorbanken in Aarschot vormden een van de onderdelen van het onderzoek dat de Nijmeegse kunsthistorica Christel Theunissen (1976) deed. Eind september promoveerde zij aan de Radboud Universiteit Nijmegen op een studie naar koorbanken in het hertogdom Brabant.

Koorbanken vormen de grootste beelddragende interieurensembles uit de late middeleeuwen, zo vat Theunissen het belang van haar onderzoek samen. „We kunnen er veel informatie uit halen.”

De waarde van koorbankgroepen is ook groot, omdat er door de tijd heen heel wat zijn verdwenen. „In Nederland zijn er nog een stuk of tien over. Zoals in de Sint-Janskathedraal in ’s-Hertogenbosch en in de Grote Kerk van Breda.”

Borchman

Het oude hertogdom Brabant is een gebied geweest waar veel ambachtslieden woonden. De kerk was vaak een belangrijke opdrachtgever, zo ook voor de bouw van koorbanken. „De Brabantse ambachtslieden waren populair. Ze trokken ook naar elders, Spanje, Zwitserland, Engeland. Dat zegt iets over hun vakmanschap.” Door de groei van de steden was er veel werk in heel West-Europa.

De Brabantse Jan Borchman was een ambachtsman die aan verschillende middeleeuwse koorbanken werkte. Daarom was hij voor Theunissen interessant om te bestuderen. „We weten dat hij sowieso aan de koorbanken in het Belgische Aarschot en Averbode, en in het Noord-Brabantse Oirschot heeft gewerkt. Die in Oirschot zijn er helaas niet meer.”

Of hij daadwerkelijk zelf het houtsnijwerk voor deze koorbanken heeft verzorgd, is niet duidelijk. „Hij was in de eerste plaats schrijnwerker. Een schrijnwerker zorgde voor de constructie. Maar Borchman zou je nu een voorman of projectleider noemen. Hij was iemand die meerdere vaklieden aanstuurde. Het feit dat hij op koorbanken zijn handtekening achterliet, betekent dat Borchman zelfbewust was.”

Theunissen had graag meer over de achtergrond van Borchman gevonden, over zijn leven en ander werk, maar haar speurwerk leverde daarover geen grote vondsten op. „Bijzonder is wel dat we van Borchman een deel van zijn administratie, een contract, hebben.”

De kwaliteit van Borchmans werk verschilt nogal, vindt Theunissen. „De koorbanken in Oirschot waren rijk versierd. Die in de kerk in Aarschot zijn van mindere kwaliteit. We weten dat Borchman voor zijn werk in de abdij van Averbode lokale ambachtslieden inschakelde. Hij was afhankelijk van hun kwaliteit. Dat kon een flink verschil maken.”

Izak

De laatmiddeleeuwse koorbanken zijn bijna altijd voorzien van fraai houtsnijwerk. Theunissen onderzocht of er bepaalde lijnen in zijn te ontdekken. Thema’s die in verschillende kerken terugkomen op banken zijn, volgens haar, het offer van Izak en het levensverhaal van Maria. „Gebruikelijk is ook dat de patroonheilige van de kerk werd afgebeeld.”

Theunissen ontkracht in haar studie het verhaal dat profane, wereldse afbeeldingen op de koorbanken vooral op de misericordes –waar de geestelijken tegenaan leunden– te vinden zijn. „Dat is niet waar. Er zijn ook Bijbelse afbeeldingen te vinden op de plaatsen waar de geestelijken met hun achterwerk tegenaan stonden of op zaten.”

Papenbanken

De Reformatie betekende een verandering voor de koorbanken. Niet langer zongen de geestelijken vanuit de koorbanken de missen. Bij de Beeldenstorm die door West-Europa raasde, gingen ook koorbanken verloren, maar in verschillende kerken bleven ze staan. Theunissen: „Er is veel verwoest, maar er is ook wonderlijk veel bewaard gebleven. Koorbanken werden ook na de Reformatie gewoon gebruikt, al was het koor niet meer de plek van de geestelijken. Men sprak soms wel van „die papenbanken”, maar het kwam ook voor dat de banken werden gebruikt voor vergaderingen”, zoals tijdens de Zuid-Hollandse synode van 1790. In de Oude Kerk van Amsterdam zijn de koorbanken na de Reformatie mogelijk gebruikt bij de avondmaalsvieringen.

In België zijn delen van koorbanken in de negentiende eeuw en daarna verdwenen. „Er was geldnood.” Daarnaast speelde mee dat de liturgie in de Rooms-Katholieke Kerk veranderde. De afstand tussen geestelijkheid en gemeente verkleinde en dat vertaalde zich ook in de inrichting van de kerk, de indeling van het koorgedeelte en het gebruik van de koorbanken. Er zijn nog wel koorbanken gemaakt na de middeleeuwen, maar dat werd snel minder.

Door de eeuwen heen zijn veel koorbanken verloren gegaan. Verkocht, gesloopt, vervallen. Over de ensembles die nu nog in Nederland te vinden zijn, zoals in de Oude Kerk van Amsterdam en in de Martinikerk in Bolsward, maakt Theunissen zich niet direct zorgen „In deze kerken wordt veel aan onderhoud gedaan.”

In Vlaanderen is de situatie anders. „Daar zie ik wel ensembles die aan restauratie toe zijn.”

De sluiting van kerken maakt de nood echter nog groter. „In Frankrijk gaan veel kleine kerken dicht of leiden een tanend bestaan.” Theunissen is bezorgd over de historische kerkinterieurs in deze bedehuizen. Zij hoort van collega’s dat er regelmatig sprake is van diefstal van waardevolle interieurstukken uit kerken of delen daarvan. „In Frankrijk zijn alle kerken bijna open. Een losse zetel uit een koorbank kun je zo meenemen.”

Koorbanken in Brabant 1425-1550. Het werk van laatmiddeleeuwse schrijnwerkers en beeldsnijders, Christel Theunissen; uitg. Vantilt, Nijmegen, 2017; ISBN 978 94 6004 333 8; 372 blz.; € 29,50.

rd.nl/koorbank voor een video.


Zetel van de geestelijken

Koorbanken zijn te vinden in het koorgedeelte van (voormalige) kathedralen, kapittelkerken en kloosterkerken. Ze staan meestal tegen de zijwanden van het koor. Veelal gaat het om twee rijen stoelen achter elkaar, waarvan de achterste wat hoger staat. Een hoge achterwand, soms met luifel, zorgt voor de afscheiding met de kooromgang. De banken zijn vaak rijk versierd met houtsnijwerk. Koorbanken zijn vooral in de periode 1150 tot 1550 gemaakt en in heel Europa te vinden.

De koorbanken werden gebruikt door de geestelijken die zongen tijdens de diensten. In Engeland maken de bekende jongenskoren nu nog gebruik van dergelijke banken.

De zittingen in de koorbanken zijn meestal opklapbaar. Omdat de geestelijken lang moesten staan tijdens vieringen, zijn de zittingen aan de onderkant vaak voorzien van een console waar de geestelijken op konden steunen. Deze consoles heten misericordes. Het woord is afgeleid van het Latijnse misericordia. Dat betekent barmhartigheid.

In Nederland zijn fraaie koorbankensembles te vinden in onder meer de Martinikerk in Bolsward, de Grote Kerk in Dordrecht, de Sint-Janskathedraal in ’s-Hertogenbosch, de Grote Kerk in Breda en de Sint-Maartenskerk in Zaltbommel. Er zijn ook voorbeelden van eenvoudiger koorbanken, zoals in de Cunerakerk in Rhenen. De oudste koorbanken van Europa staan in de Sankt-Viktorskerk in het Duitse Xanten, net over de grens bij Nijmegen.


Database Stalla

Het Centrum voor Kunsthistorische Documentatie verzamelt al sinds 2005 afbeeldingen en gegevens over koorbanken en misericordes in West-Europa, en in het bijzonder Nederland, Vlaanderen en het Duitse Rijnlandgebied. Die zijn ondergebracht in de database Stalla. De digitale verzameling heeft tot doel „het wetenschappelijk onderzoek naar deze objecten en de laatmiddeleeuwse beeldtaal.” In de database zijn inmiddels meer dan 4000 afbeeldingen bijeengebracht.

De basis voor de collectie werd gelegd door priester Jan Verspaandonk (1918-2001), conservator van Museum Catharijneconvent in Utrecht. Daarna zijn diverse andere verzamelingen eraan toegevoegd.

ru.nl/stalla

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer