Economie

Wet normalisering rechtspositie ambtenaren in de maak

Het duurt nog even, maar in 2020 gaat het ervan komen: de Wet normalisering rechtspositie ambtenaren.

Maarten Noordergraaf
19 October 2017 07:58Gewijzigd op 16 November 2020 11:44
beeld iStock
beeld iStock

De toekomstige wet houdt de gemoederen in overheidsland al een tijd bezig, alleen al omdat hij grote wijzigingen van rechtsposities met zich mee zal brengen. Maar wat wordt er nu precies met normalisering bedoeld?

De toenmalige Tweede Kamerleden Van Hijum (CDA) en Koşer Kaya (D66) hebben in 2010 een initiatiefwetsvoorstel ingediend dat erop gericht was de rechtspositie van ambtenaren in overeenstemming te brengen met die van werknemers met een arbeidsovereenkomst naar burgerlijk recht. De indieners stelden dat het niet meer rechtvaardig werd geacht dat ambtenaren en werknemers verschillend zouden worden behandeld, terwijl de aard van de arbeidsverhouding met hun werkgever in beide gevallen dezelfde is.

De nieuwe wet is er voornamelijk op gericht het eenzijdige karakter van de ambtelijke aanstelling en de eenzijdige vaststelling van arbeidsvoorwaarden te vervangen door de tweezijdige arbeidsovereenkomst, waarop in de meeste gevallen een collectieve arbeidsovereenkomst van toepassing is. Het overgrote deel van de ambtenaren zal als gevolg van de normalisering werknemer worden in de zin van boek 7, titel 10 van het Burgerlijk Wetboek.

Als de wet in werking treedt, worden de eenzijdige aanstellingen van rechtswege omgezet in tweezijdige arbeidsovereenkomsten. Daarnaast komen de huidige rechtspositieregelingen te vervallen. Deze worden zoals gezegd vervangen door cao’s. Indien er op het moment dat de wet in werking treedt nog geen cao is overeengekomen, is overgangsrecht van toepassing en zullen de bestaande rechtspositieregelingen tijdelijk blijven gelden.

Een heel belangrijke verandering is de ontslagprocedure. Zo kan een overheidswerkgever na de normalisering niet zomaar besluiten dat hij van zijn werknemer afscheid neemt. Hij heeft daarvoor toestemming van uitkeringsinstantie UWV nodig, of zal de kantonrechter zo ver moeten krijgen dat deze de arbeidsovereenkomst ontbindt. In dat geval heeft de werknemer uiteraard de gelegenheid om hoger beroep in te stellen bij het gerechtshof. In de nieuwe situatie wordt het ontslag dus preventief getoetst. Die toets is soms aanzienlijk strenger dan die door de huidige bezwaaradviescommissies.

In dit kader is ook van belang dat er bij het einde van een dienstverband recht op een transitievergoeding ontstaat als de arbeidsovereenkomst 24 maanden heeft geduurd, tenzij het einde van de arbeidsovereenkomst het gevolg is van ernstig verwijtbaar handelen van de werknemer.

De nieuwe wet beoogt overigens geen volledige normalisering van de verschillende rechtsposities. De wet heeft niet tot doel een einde te maken aan het eigen karakter van het ambtenaarschap. De benaming van ambtenaar blijft ook gewoon bestaan. De Ambtenarenwet wordt dan ook gehandhaafd, onder meer ten aanzien van de bepalingen die betrekking hebben op integriteit.

Ook wordt een deel van de ambtenaren van de normalisering uitgezonderd. In de eerste plaats betreft dit een groep benoemde ambtsdragers, zoals ministers, staatssecretarissen, burgemeesters en de commissarissen van de Koning. Daarnaast worden rechterlijke ambtenaren en de leden van de Hoge Colleges van Staat uitgezonderd. Tevens wordt de eenzijdige aanstelling gehandhaafd voor politieambtenaren en bij de krijgsmacht voor zowel militaire ambtenaren als het burgerpersoneel.

De auteur is jurist bij vakorganisatie RMU. Reageren? sociaal@refdag.nl

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer