Visie CU-SGP op EU krijgt bijval
De EU moet bepaalde bevoegdheden teruggeven aan de nationale lidstaten, vindt minister Bot van Buitenlandse Zaken. Het is geen nieuw geluid binnen het politieke krachtenveld in ons land. Weliswaar doen velen alsof ChristenUnie en SGP in de discussie over Europa niet meetellen -hun afwezigheid bij diverse lijsttrekkersdebatten in de afgelopen weken gaf daar weer eens blijk van- maar juist zij hebben altijd al aangedrongen op slechts een beperkt takenpakket voor Brussel.
De twee protestantse partijen, die in het Europees Parlement gezamenlijk optrekken, zullen met gemengde gevoelens terugkijken op de aanloop naar de verkiezingen van vandaag. Die werd immers overschaduwd door commotie over onkostendeclaraties en de naleving van de gedragscode op dat vlak door hun afgevaardigden. Gebrek aan openheid en de soms verwarrende informatie van de kant van betrokkenen droegen ertoe bij dat er geen volstrekte helderheid is ontstaan.
Als de nummers één en twee van de gecombineerde lijst, Blokland en Belder, van de burgers een nieuw mandaat krijgen, beginnen zij als beschadigde politici aan een volgende termijn. De vroegere fractievoorzitter van de SGP in de Tweede Kamer Van Rossum introduceerde ooit eens, om de positie van toenmalig minister Van Aardenne aan te duiden, de kwalificatie ”aangeschoten wild”.
Anderzijds zal het CU en SGP goeddoen te constateren dat hun inhoudelijke visie op de EU steeds meer bijval krijgt. In de meeste media vinden we een erkenning daarvan overigens niet terug. Kranten en omroepen speelden in de campagne een bedenkelijke rol door bijvoorbeeld D66 en SP veel meer aandacht te geven dan CU-SGP, terwijl het zetelaantal van de twee eerstgenoemde delegaties in het EP tijdens de voorbije periode achterbleef bij dat van de christelijke fractie.
Bot (CDA) zette vorige week in een lezing in Berlijn zijn gedachten over een verenigd Europa uiteen. Opmerkelijk was zijn pleidooi om op sommige terreinen de zeggenschap terug te hevelen naar de afzonderlijke lidstaten. Hij denkt in dit verband onder andere aan onderdelen van het landbouw- en het zogeheten structuurbeleid (hulp aan armere regio’s), cultuur, gezondheidszorg en sociale zaken. De bewindsman signaleert een algemeen onbehagen onder de mensen „over wat zij zien als een dreigend verlies van hun nationale identiteit.”
Begrens het werkterrein van de Unie, zegt de minister. VVD-prominent en huidig eurocommissaris Bolkestein huldigt eenzelfde standpunt. Daarmee sluiten zij aan bij CU en SGP, die nooit anders dan op dat aambeeld hebben gehamerd.
In het eind april gepresenteerde verkiezingsmanifest verwoorden deze partijen het nog eens: „We dienen centralisatie van besluitvorming te beperken tot het hoogst noodzakelijke. Ook in Europa dient macht gespreid te zijn. Bevoegdheden worden alleen dan aan de EU gegeven als lidstaten kampen met problemen die ze zelf niet op kunnen lossen. Een Europese aanpak moet aantoonbaar nodig zijn.” En begin 2002 opperden de vertegenwoordigers van CU en SGP in het EP in een interview met deze krant al eens om Brussel alleen subsidie te laten verstrekken, op welk gebied dan ook, als de nationale overheid medefinanciert en dus medeverantwoordelijkheid draagt.
Het Nederlandse voorzitterschap van de EU, dat op 1 juli aanvangt, verschaft Bot een prachtige gelegenheid om onder de 25 partners een discussie aan te zwengelen over de nu ook door hem geventileerde ideeën.