Residentiepauzedienst: Zachtmoedigheid en politiek, een (on)mogelijke combi?
In de Waalse kerk in Den Haag wordt iedere derde dinsdag van de maand een residentiepauzedienst gehouden. Een predikant spreekt een meditatie uit, waarna een politicus van een van de christelijke partijen een toespraak houdt. Deze week sprak Pieter Grinwis (ChristenUnie/SGP).
Precies een week geleden presenteerden Rutte, Buma, Pechtold en Segers hun regeerakkoord ”Vertrouwen in de toekomst”. Verschillende records werden en passant gebroken. Wat duurde het lang, nog langer dan de formatie van het kabinet-Van Agt-Wiegel in 1977. En wat is het regeerakkoord dik, dikker dan welk regeerakkoord ook. Weinigen zullen het helemaal van voor tot achter hebben gelezen. En wat is er hard onderhandeld. Na alle reconstructies van de formatie, die afgelopen week verschenen, is dat geen geheim.
Er zijn weinig zinnen in de medisch-ethische paragraaf waar niet over gesteggeld is. Er zijn misschien wel net zo veel varianten voor een verruiming van het kinderpardon de revue gepasseerd als het aantal weken dat de onderhandelingen in beslag hebben genomen, en nog was het niet afdoende. En wat is er aan de onderhandelingstafel verbaal geknokt over notabene de afbouw van de hypotheekrenteaftrek. En dan gaat het een week later, nu het stof van de formatie begint neer te dwarrelen, over zachtmoedigheid.
Ik kan niet ontkennen dat ik enige verlegenheid voel bij dit onderwerp. Het is nou niet de eerste karaktertrek die ik mezelf toedicht. En de totstandkoming van zo’n regeerakkoord heeft toch ook weinig met zachtmoedigheid te maken. Zachtmoedig onderhandelen. Dat is toch niet realistisch? Dat is toch naïef? Als je even iets te toegeeflijk bent, ben je je punt kwijt.
En trouwens, is dat buiten de politiek anders? Daar moet je toch ook op je strepen staan om niet onder te sneeuwen? Een beetje van je afbijten, om te voorkomen dat ze over je heen lopen?
In de politiek werkt het in ieder geval vaak zo. De nieuwe regering is nog niet aangetreden, of menig kopstuk heeft ongezouten zijn of haar waarheid aan de beoogd premier meegedeeld. Eerder ‘hardmoedig’ dan zachtmoedig. En als er een keer niet onbarmhartig de waarheid wordt verteld, dan wordt er wel om de hete brij heen gedraaid. Dat is niet zachtmoedig. Dat is in het geheel niet moedig.
Wat kun je eigenlijk met zachtmoedigheid in de politiek? Het heeft zo’n softe bijklank. Maar zachtmoedig zijn is niet wankelmoedig of soft of naïef zijn. Het vraagt juist lef om én zacht én moedig te zijn. Om je neer te buigen over iemand in plaats van je neerbuigend over iemand uit te laten. Om mild én eerlijk te zijn. Om een ander niet onbarmhartig maar genadig de waarheid te zeggen.
Tijdens de onderhandelingen waren er ook van die momenten dat onderhandelaars beseften dat, zoals Carola Schouten het afgelopen zaterdag liet optekenen in een interview, de pijn van jezelf altijd groter lijkt dan die van de ander. Je kunt nog zo overtuigd zijn van je eigen gelijk, als je beseft dat de ander echt een probleem ergens mee heeft en dat je allebei met een verhaal naar buiten moet komen en mee in plaats van tegen gaat denken, dan kom je verder. Dat vraagt om ”zachtmoedige wijsheid”, zoals Jakobus dat noemt. Om verbinding in plaats van verwijdering.
Natuurlijk gaat de zachtmoedige wijsheid waar Jakobus het over heeft een onderhandelingsproces waarin wordt gegeven en genomen verre te boven. Maar toch, zelfs in onderhandelingen op het scherp van de snede kan een geest van zachtmoedigheid bijdragen aan het overbruggen van grote verschillen.
Is er daarmee dan ook een zachtmoedig regeerakkoord? Dat durf ik niet te zeggen. Dat is in ieder geval niet het eerste woord dat me te binnen schiet. Ik denk dat zachtmoedigheid in de politiek zeker van doen heeft met de inhoud ervan. De zachtmoedigen roepen immers om recht, zo wordt duidelijk uit Psalm 37. In een wereld vol onrecht doen zij recht. Ze keren zich af van het kwade en doen het goede. Tegen het dikke ik, tegen zelfgenoegzaamheid en voor verbondenheid en wederkerigheid.
Daarmee is zachtmoedigheid niet alleen een kwestie van inhoud maar zeker ook van stijl. Een zachtmoedige in de politiek herken je toch vooral aan de manier waarop hij of zij politiek bedrijft. Niet terugslaan als je wordt aangevallen en je tegelijk toch niet aangevallen voelen.
Mozes leidde op een uitgesproken krachtige wijze het volk Israël uit Egypte naar het beloofde land. Hij was allesbehalve een watje of een wankelmoedig man. En bovendien een man die, zeker in zijn jongere jaren, driftig en agressief kon zijn. Wat lezen we echter over Mozes als zijn leiderschap door nota bene zijn broer Aäron en zijn zus Mirjam in twijfel wordt getrokken? „Maar de man Mozes was zeer zachtmoedig, meer dan alle mensen die op de aardbodem waren.” (Num. 12:3)
Terwijl in dat derde vers van Numeri 12 een boze of bittere reactie op zijn plaats leek, worden we geconfronteerd met de zachtmoedigheid van Mozes. In plaats van met boosheid en bitterheid, met agressiviteit en arrogantie, komen we in aanraking met mildheid, bescheidenheid, welwillendheid, vriendelijkheid, vredelievendheid, zachtheid, nederigheid, geduld, zelfverloochening, liefde.
Niet dat Mozes altijd zo was, integendeel. Ook voor hem was zachtmoedigheid een levenslang leerproces. Maar toch, die houding van Mozes is een belangrijke les voor ons. Of om het eigentijds te zeggen: „If they go low, we go high.” (Michelle Obama)
Ik eindig waar ik mee begon. Met vertrouwen in de toekomst. Hebben we dat? Zachtmoedigen mogen dat hebben. Jezus zegt immers: „Zalig zijn de zachtmoedigen, want zij zullen de aarde beërven.” Uiteindelijk trekken niet de sterksten, niet de brutaalsten, niet de gewieksten aan het langste eind. De toekomst van de wereld is niet een resultaat dat wijzelf kunnen boeken, maar een erfenis die ons wordt toegekend. En Jezus wijst zachtmoedigen aan als wettige erfgenamen van het leven. Zou het ons lukken om het leven zachtmoedig te vervolgen?
Gelukkig zegt Jezus: „…leer van Mij dat Ik zachtmoedig ben en nederig van hart…” Dat is een levenslange leerschool, in de politiek en daarbuiten, aan de voeten van Jezus, Die zelfs aan het kruis nog bad: „Vader, vergeef het hun, want zij weten niet wat ze doen.” Dat is toch niet te bevatten, zo zachtmoedig? Met deze onvoorstelbaar zachtmoedige Jezus voor ogen mogen we onze weg vervolgen. Op hoop van zegen.
De auteur is fractievoorzitter van de ChristenUnie/SGP in de Haagse gemeenteraad.