DENK in Suriname: Nederland moet betalen
De Tweede Kamerfractie van DENK vindt dat Nederland Suriname moet compenseren voor het slavernijverleden. Dat zou kunnen door te betalen voor het herstel van cultureel erfgoed in het land, zegt bestuurslid Gladys Albitrouw. De partij vindt het onvoldoende dat Nederland spijt heeft betuigd over het slavernijverleden.
DENK is voor een vijfdaags bezoek in Suriname. Behalve bezoeken aan projecten die door Nederland gefinancierd zijn via het Twinning-project, heeft de fractie ook afspraken met het Surinaamse parlement en de Surinaamse minister van Buitenlandse Zaken. Volgens fractievoorzitter Tunahan Kuzu is het belangrijk zelf naar een land te gaan waar in de Tweede Kamer zoveel over gesproken wordt. „De band tussen Nederland en Suriname is heel bijzonder, maar ook pijnlijk en wordt veel besproken. We willen daarom met eigen ogen zien hoe het hier is.”
Kuzu benadrukt dat de trip „geen politiek karakter” heeft. Wel hoopt DENK op spoedig herstel van de diplomatieke relatie tussen Nederland en Suriname. Op dit moment heeft Nederland geen ambassadeur in Suriname, omdat de Surinaamse regering daar geen toestemming voor heeft gegeven. Een formele reden is niet bekendgemaakt, maar algemeen wordt aangenomen dat Suriname genoeg heeft van de bemoeienis van het voormalige moederland. Kuzu toont begrip voor het Surinaamse standpunt. „Wij zien de relatie tussen landen als die tussen broers. Maar voor de regering hier voelt de Nederlandse houding als een vader die zijn zoon toespreekt.”