Buitenland

Oekraïne kampt met allesvernietigende verslavingsproblematiek

Het conflict met Rusland trekt een zware wissel op het leven in Oekraïne. „We zien in Zhitomir, 800 kilometer van het front, steeds meer grafzerken met namen van jonge militairen die niet terugkeerden.”

Marie Verheij-van Beijnum
13 October 2017 15:00Gewijzigd op 16 November 2020 11:42
Vier Oekraïners bezochten vorige week Nederland. V.l.n.r. Sergei Zelenin, Irina Linnik, Vadim Gogoluk en Oksana Lukashenko. beeld Marie Verheij-van Beijnum
Vier Oekraïners bezochten vorige week Nederland. V.l.n.r. Sergei Zelenin, Irina Linnik, Vadim Gogoluk en Oksana Lukashenko. beeld Marie Verheij-van Beijnum

De oorlog verergert de economische malaise. Oekraïners vertrekken massaal naar het buitenland om daar te werken. „Eerder had je binnen een week je paspoort, nu duurt het een maand. Ambtenaren kunnen het werk niet aan vanwege de vele aanvragen.”

Wij horen dan wel niet letterlijk de mortierinslagen omdat we op 800 kilometer van het front wonen, zegt Irina Linnik, directeur van het christelijk opvang- en rehabilitatiecentrum voor verslaafden Het Anker in Zhitomir, 130 kilometer ten westen van de Oekraïense hoofdstad Kiev. „Maar we hebben wel degelijk te maken met de gevolgen van de oorlog. Zo zijn de prijzen van levensmiddelen, elektra en gas enorm gestegen.” Ook in psychologisch opzicht laat het gewapende conflict met Rusland, dat sinds 2014 in Oost-Oekraïne wordt uitgevochten, zich gelden. „Het maakt ontzettend veel emoties los als je steeds meer begrafenissen in de stad ziet van militairen die niet levend terugkeerden van de strijd. Dan besef je pas in welke trieste en ernstige situatie we verkeren”, aldus Linnik.

Nog meer verslaafden

Door de spanningen en de problemen die de oorlog meebrengt, grijpen nog meer mensen naar de drank en drugs. En het verslaafdenpercentage in Oekraïne was al dramatisch hoog. „Drank is goedkoop in Oekraïne. De meeste mensen stoken het zelf. Het is gemakkelijk verkrijgbaar: een halve liter wodka (40 procent alcohol) kost 30 eurocent.” Of ze gebruiken drugs om de ellende van alledag te vergeten. „Voor 13 euro heb je een gram heroïne. Of je raakt verslaafd aan amfetaminen, die zijn namelijk heel goedkoop in ons land”, vertelt Irina Linnik.

De oorlog ontwricht en verwoest Oekraïne volledig, stelt ook Oksana Loekasjenko, arts in Het Anker. „De overheid is druk met de oorlog en niet in staat om een fatsoenlijk zorgstelsel te ontwikkelen. Zo functioneert er geen nationale zorgverzekering, hoewel de gezondheidszorg volgens de grondwet gratis is. Verslaving blijft een van de grootste problemen in Oekraïne, maar op overheidsniveau wordt dat niet als een probleem ervaren en wordt er geen beleid op gemaakt.”

„Bij ons vind je op elke hoek van de straat een apotheek, gewoon omdat mensen voor hun gezondheid beter bij een apotheek terechtkunnen dan bij een arts. Voor een operatie of een bezoek aan een specialist moet je betalen. Als je geen geld hebt, kom je niet verder.” Wie kanker heeft, is ronduit slecht af en kan beter zijn plek op de begraafplaats alvast gaan regelen, hoe cynisch dat ook klinkt. Oksana Loekasjenko: „Je moet je eigen medicatie kopen, en zo gaan mensen leningen afsluiten om chemotherapie of een operatie te bekostigen. Dan ben je als familie al bezig met afscheid nemen.”

Kerken lenigen de nood

Kerken springen in het gat dat de overheid achterlaat en proberen de om zich heen grijpende nood te lenigen. Op die manier werd Het Anker gebouwd, dat in 2007 de eerste bewoner kon plaatsen en intussen is uitgegroeid tot een professioneel centrum voor de behandeling en rehabilitatie van verslaafden. „Wij bekijken de verslaving vanuit diverse invalshoeken en gebruiken expertise van kenniscentra, met name ook vanuit Nederland. Het is belangrijk om een compleet behandelplan aan te bieden, zodat cliënten alle terreinen van hun leven onderhanden nemen. Natuurlijk, ook bij ons vallen mensen terug vanwege problemen, geldgebrek of als het niet lukt om de familierelaties te herstellen. Met name in de beginperiode moet er veel steun worden gegeven om cliënten erdoorheen te helpen”, stelt Loekasjenko.

Weer aan het werk

Vadim Gogoloek (50) was 47 toen hij in Het Anker terechtkwam. „Ik was zwaar aan de drank verslaafd en raakte in de problemen op mijn werk. Op een gegeven moment had ik geen dak meer boven mijn hoofd omdat mijn vrouw en zoons niet meer met me verder wilden. Ik had geen doel meer in mijn leven.” Het is wonderlijk gelopen met hem: „Ik kwam bij een kerk en ben in de Bijbel gaan lezen en dankzij de behandeling in Het Anker van mijn verslaving afgeraakt. Toen God in mijn leven kwam, ging ik op een heel andere manier naar mijn verleden kijken.”

Gogoloek stroomde door naar het project voor zelfstandig begeleid wonen Het Baken en werkte daar aan zijn terugkeer in de samenleving. „Ik was gehandicapt aan mijn arm en in Oekraïne kun je met een fysieke beperking maar moeilijk werk vinden. We hebben met elkaar gebeden of ik werk mocht krijgen. Via een arbeidsbureau heb ik een baan gevonden als elektricien. Ik werk nu twee en een half jaar en woon sinds een jaar weer bij mijn vrouw.”

Verleidingen

Sergei Zelenin (33) werd in 2013 in Het Anker opgenomen. Hij komt uit Odessa, een stad in het zuiden van Oekraïne. „Ik heb ervoor gekozen om ver van mijn woonplaats in behandeling te gaan. In korte tijd gebeurde er heel veel in mijn leven. Mijn vader overleed en ik was al tien jaar aan de drugs. Ook werd ik gearresteerd door de politie omdat ik drugs in bezit had. Zo kwam ik tot het inzicht dat ik op deze manier niet verder kon leven, ik moest er iets aan doen. Daarop kwam ik Zhitomir terecht. Want in Odessa word ik constant geconfronteerd met oude vrienden en bekenden, met verleidingen en plaatsen waar ik gebruikt heb. Daarom is het beter om weg te gaan.”

Zelenin is ‘schoon’ – hij heeft succesvol een afkick- en rehabilitatieprogramma doorlopen en werkt bij een horecabedrijf. Af en toe bezoekt hij zijn moeder in Odessa of komt zij bij hem. „Eerlijk gezegd heb ik mijn behandeling nog niet afgerond. Ik denk dat het herstel en de behandeling tot aan het einde van mijn leven zullen duren. Ik heb behoefte aan contacten met lotgenoten en met andere mensen die mij ondersteunen en om me heen staan.”

Corruptie

Vier Oekraïners die vorige week in Nederland te gast waren bij onder meer de Stichting Vrienden van Zjitomir en de christelijke hulporganisatie Kom over en help, zien de toekomst van hun land somber in. „We zien geen verbetering, het is één dikke mist waarin we ons bevinden. Het wordt heel moeilijk te zeggen welke stap vooruit we zouden kunnen nemen. We hopen dat het beter wordt, maar hoe en wat: we weten het niet.”

Loekasjenko: „Ik schaam me diep om het te zeggen, maar corruptie is de grootste kwaal van ons land. Het komt in alle lagen van de bevolking voor. Oekraïne is ervan doordrenkt. We worden door de hele wereld, inclusief het Internationaal Monetair Fonds, geholpen, maar ik weet dat het er in Oekraïne veel beter uitzag als er geen corruptie was. Het geld verdwijnt, maar waarheen en hoe? Wie controleert ons?”

Linnik: „We hebben een wijs bestuur nodig en een wijze overheid die mensen kan herenigen. Onze nationale mentaliteit moet veranderen.” „Zodat ook de economie zal aantrekken en er weer werkgelegenheid komt. Oekraïne moet compleet worden hervormd. We moeten genadig op onze kop krijgen”, voegt Oksana Loekasjenko eraan toe. „We bidden of God verandering, vrede en verbetering geeft. Dat mensen wijsheid van boven krijgen om met de oorlog te stoppen. Aan beide kanten zijn er slachtoffers en doden te betreuren. Deze strijd kent alleen maar verliezers.”

Verslavingszorg naar professioneel niveau

In 2000 werden Jan en Margreet van Beest namens de Christelijke Gereformeerde Kerken als missionair diaconaal werkers uitgezonden naar Oekraïne, standplaats Zhitomir. Ze stuitten meteen op de allesverziekende verslavingsproblematiek in het land. In Oekraïne is geen kennis over verslavingen opgebouwd. Met dat gegeven in haar achterhoofd startte Margreet van Beest een project, Het Anker genaamd, dat in 2002 officieel werd geregistreerd als organisatie, waarna de voorbereidingen voor en de bouw van Het Anker begonnen. Later werd dit uitgebreid met Het Baken en De Ark. Van Beest werkte er hard aan om de verslavingszorg in Zhitomir naar een professioneel niveau te tillen.

Nu is Het Anker een opvangcentrum voor mensen die verslaafd zijn aan alcohol, drugs en nicotine. Er zijn drie behandelfasen, de eerste is afkicken en ontwennen. In de tweede fase wordt er gewerkt aan een persoonlijk ontwikkelingsplan en aan de problemen die de oorzaak van de verslaving zijn. De derde fase is Het Baken, een project voor zelfstandig begeleid wonen, waarbij gewerkt wordt aan een volledige terugkeer in de maatschappij. De bewoners krijgen meer vrijheid en worden geholpen bij het zoeken van woonruimte en werk en het opbouwen van een netwerk. Lokale kerken zijn nauw betrokken bij het project en verlenen pastorale ondersteuning en toerusting.

Margreet van Beest en haar man keerden in 2016 terug uit Zhitomir, nadat het werk was overgedragen aan lokale mensen. Ze voelt zich nog altijd nauw betrokken. „Om de ex-verslaafden leren uit te delen wat ze zelf ontvangen hebben, is er een project met een soepbus gestart. Bewoners van Het Baken helpen mee met het bereiden van een warme maaltijd, die twee keer per week wordt uitgedeeld aan allen die te maken hebben met de gevolgen van het conflict tussen Oekraïne en Rusland en de economische crisis, zoals dak- en thuislozen, minderbedeelden, ouderen en gepensioneerden. Op die manier leren ze deel te nemen aan vrijwilligerswerk en uit te delen aan de naasten.’

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer