Weerwoord: Is bijbelgetrouw christen biblicist?
In de achterliggende tijd was er een aantal stevige discussies in kerkelijk Nederland. Over evolutie, over hermeneutiek, over Schriftgezag. Op de achtergrond daarvan speelt voortdurend de vraag hoe je als Bijbelgetrouw christen de Bijbel leest. Moet je biblicist zijn om als een Bijbelgetrouwe christen te kunnen leven?
JA
Als iemand een biblicist wordt genoemd, is dat gewoonlijk geen compliment. Het woord staat in het rijtje van irrationeel, kortzichtig, fundamentalistisch. Toch kun je met goed recht zeggen dat alle gelovige christenen biblicisten zijn. De Bijbel heeft voor hen een uniek gezag waaraan zij zich onvoorwaardelijk willen onderwerpen.
Anders dan andere godsdiensten stelt het christendom het geloof centraal. Niet mijn gedrag, niet mijn daden, niet mijn goede bedoelingen, maar het geloof vormt de kern. Wat is geloven? Het is voor waar houden wat God spreekt en openbaart. Wie gelooft, neemt het getuigenis van God aan (1 Johannes 5:9-10). Een christen gelooft alles wat God in Zijn Woord heeft geopenbaard, zegt de Heidelbergse Catechismus (vraag en antwoord 22). God is geloofwaardig, God maakt geen onwaarheden bekend, dus geloof ik alles wat de Bijbel zegt. Of het nu gaat over de vraag of Paulus een mantel had (2 Timotheüs 4:13), of Christus is opgestaan (1 Korinthe 15:20), of over de vraag of Pilatus een vrouw had (Mattheüs 27:19). Uiteraard zijn deze vragen niet allemaal even belangrijk. Maar de reden waarom ik deze vragen bevestigend beantwoord, is gelijk: ik houd dit voor waar, omdat God het heeft geopenbaard in de Bijbel.
Bovendien geldt dat we de Bijbel moeten lezen in de overtuiging dat de betekenis ervan in principe voor mij als lezer anno nu te begrijpen is (Deuteronomium 29:29). Ik mag en moet de Schrift lezen als het boek van God voor mij persoonlijk. Ik ben voor het verstaan van Gods boodschap niet afhankelijk van geleerden, instituties of kerken. Ik mag zelf de Bijbel lezen en op mijn leven toepassen. Geen mens heeft het recht om zijn uitleg aan mij op te dringen of voor te schrijven.
Deze benadering steunt op de overtuiging dat God Zelf de eerste auteur is van de Schrift (2 Timotheüs 3:16). Daarom heeft de Schrift voor een Bijbelgetrouw christen het hoogste gezag. Als er een botsing lijkt te zijn tussen wat God zegt en wat anderen zeggen, moet Zijn Woord de doorslag geven (Nederlandse Geloofsbelijdenis artikel 5).
NEE
Maar er valt meer te zeggen. De Bijbel is inderdaad een uniek boek; maar dat is geen reden om het geïsoleerd te lezen. We behoren de Bijbel in zijn context te lezen. Dat is allereerst de context waarin de menselijke Bijbelschrijver destijds heeft geschreven. We moeten de Bijbel bestuderen met kennis van het Hebreeuws, Aramees en Grieks. Met kennis van de achtergrond van de cultuur, godsdienst en sociale leefwereld van het oude Midden-Oosten. Met oog voor de eigenheid van elke schrijver en aandacht voor het genre waarin een gedeelte geschreven is. Ook met het besef dat niet elk Bijbelvers een waarheidsclaim doet of een ethische claim. Sommige gedeelten vatten we op als letterlijk, andere als figuurlijk. Bij het Bijbellezen moeten we ons verstand niet uitschakelen, maar inschakelen. Als je zinvolle dialogen met andere christenen afbreekt met de mededeling dat jij „gewoon leest wat er staat”, is de kans aanwezig dat je niet Gods bedoeling met de tekst hebt gehoord maar slechts alleen jouw eigen mening.
Daar komt nog iets bij. Gelovige onderwerping aan het Woord van God vindt niet plaats zonder de Heilige Geest. Sola Scriptura moet niet verworden tot solo Scriptura, zo zegt de Amerikaanse theoloog Kevin Vanhoozer terecht. De Bijbel is niet bedoeld als wettisch en moralistisch handboek, maar als openbaring van de waarheid die vrijmaakt. Het zijn niet zozeer Gods geboden die om geloof vragen, maar Gods beloften. Het gaat immers om kennis van de waarheid die zaligmaakt. Een christen moet geloven wat God ons in het Evangelie belóófd heeft (Heidelbergse Catechismus vraag en antwoord 22). Helaas gebeurt het wel dat mensen denken dat zij Bijbelgetrouw zijn wanneer zij zo nauwgezet mogelijk zich aan allerlei Bijbelse voorschriften houden, maar dat zij toch het voornaamste (geloof, barmhartigheid en een rechtvaardig oordeel, Mattheüs 23:23) achterwege laten. Dat is een vorm van biblicisme die we hartgrondig moeten vermijden.
DUS
Kevin Vanhoozer maakt onderscheid tussen naïef biblicisme en kritisch biblicisme. Het tweede is een deugd, het eerste een ondeugd. Bij naïef biblicisme degradeer je de Bijbel tot een orakelboek. Bij kritisch biblicisme echter komt het Woord van God tot zijn recht. Als je op die manier de Schrift gehoorzaamt op grond van het gezag van God Die spreekt, hoef je je niet te schamen om een biblicist te zijn.