„Het begin is er, maar of de prijsstijging in Amsterdam echt ten einde is, durf ik nog niet te zeggen. Dan moeten we de cijfers over het volgende kwartaal afwachten”, aldus NVM-voorzitter Ger Jaarsma in een toelichting.

Amsterdamse huizen verwisselden in het derde kwartaal voor gemiddeld 378.000 euro van eigenaar. Dat is nog altijd ruim 17 procent meer dan een jaar eerder.

Volgens Jaarsma ligt het wel voor de hand dat er een keer een einde komt aan het oplopen van de huizenprijzen in de hoofdstad. De financieringsregels zijn de laatste jaren een stuk strenger geworden. „Op een gegeven moment kunnen én willen mensen ook niet nog meer voor een huis betalen.”

Na het dieptepunt van de woningmarkt was Amsterdam de eerste stad waar krachtig herstel te zien was. De woningverkopen trokken flink aan en de huizenprijzen schoten omhoog.

Inmiddels kampt de hoofdstad net als andere grote steden met een oververhitte woningmarkt. Er is veel meer vraag naar huizen dan er te koop worden gezet. NVM-makelaars verkochten in het derde kwartaal een kleine 2200 woningen in Amsterdam, oftewel circa 17 procent minder dan in hetzelfde kwartaal vorig jaar.

De NVM dringt erop aan dat er snel meer woningen bijgebouwd worden, zodat het voor bijvoorbeeld starters makkelijker wordt om een huis te vinden. In hun prijscategorie zijn nu maar weinig woningen te vinden. Er is afgelopen jaren veel te weinig bijgebouwd, benadrukt Jaarsma. Het tekort leidt er volgens hem toe dat veel studenten en jongeren nu langer thuis blijven wonen.

De regionale verschillen in Nederland zijn groot. In gebieden waar de woningmarkt zich later herstelde, zoals Noord-Limburg en Zuidoost-Groningen, werden vorig kwartaal juist veel meer woningen verkocht. Landelijk wist de NVM bijna 41.000 huizen aan de man te brengen, ongeveer evenveel als een jaar eerder. De gemiddelde woning in Nederland kost nu 264.000 euro, zo’n 10 procent meer dan een jaar geleden.