Coalitie is geen liefde op eerste gezicht, maar verstandshuwelijk
„Het was géén liefde op het eerste gezicht. We kondigen géén partijfusie aan. Maar we hebben elkaar wel gevonden. Er is vertrouwen. Op hoop van zegen.”
Dat zei ChristenUniefractievoorzitter Segers dinsdagmiddag tijdens de presentatie van het regeerakkoord dat VVD, CDA, D66 en ChristenUnie in de achterliggende maanden opstelden. In die periode is er kennelijk wel wat gebeurd. Maar is er ook echt sprake van vertrouwen? Of toont het uitgebreide regeerakkoord juist aan dat er sprake is van gestold wántrouwen?
Ieder die de formatie een beetje volgde, weet nog hoe D66-voorman Pechtold in mei de ChristenUnie buiten de formatie wilde houden. Segers werd, in het bijzijn van de toenmalige informateur Schippers, aan een spervuur van vragen onderworpen over allerlei immateriële onderwerpen waaraan D66 veel belang hecht. Segers kwam als een geslagen hond terug van het gesprek. En Pechtold concludeerde bijna triomfantelijk dat een coalitie met de ChristenUnie geen kans zou maken.
Het kan verkeren. Vijf maanden later staan de twee zij aan zij met VVD-voorman Rutte en CDA- leider Buma tijdens de presentatie van hun gezamenlijke regeerakkoord.
Wat willen de heren tijdens hun persconferentie waarop ze het regeerakkoord presenteren, uitstralen? Nog voordat ze zelf aan het woord komen, geeft informateur Zalm al een antwoord: „Onderling begrip, respect en wederzijds vertrouwen.” En de lange formatie heeft daar volgens hem ook een handje bij geholpen.
Ook D66-voorman Pechtold weet het nadeel van de lange formatie om te buigen in een voordeel: „Wie zo lang wacht, krijgt ook wat.” Om daar direct een typische D66-grap aan toe te voegen: „U bent getuige van een unieke gebeurtenis in de geschiedenis: vier mannen zeggen tegelijkertijd ”ja” tegen elkaar.”
Maar wat krijgen de Nederlanders dan na het lange wachten? Volgens Pechtold spatten de D66-waarden van het regeerakkoord af. Zeker ook op medisch-ethisch terrein. Tegenover journalisten somt hij met zichtbaar genoegen op: „Er liggen geen blokkades op medisch-ethisch terrein, ook niet bij de initiatiefwet over voltooid leven. Het wensenpakket van de homobe- weging wordt helemaal gehonoreerd en er komt een experiment met gereguleerde wietteelt.”
Dat het onderling vertrouwen groot is, zeggen de heren wel, maar ze stralen het tijdens de presentatie niet uit. Het kan natuurlijk spanning zijn, maar ze staan gedurende de hele persconferentie vooral stijfjes naast elkaar. Ze gunnen elkaar nauwelijks een blik waardig, praten niet met elkaar, om van onderling grapjes maken al helemaal niet te spreken. Alleen Rutte vormt een uitzondering. Hij knikt geregeld instemmend als zijn coalitiegenoten aan het woord zijn.
Het lijkt alsof de heren zich toch wat ongemakkelijk voelen. Het verbreken van het formatierecord van 208 dagen is natuurlijk ook niet iets om trots op te zijn. Maar wat nog belangrijker is: de politici weten als geen ander dat ze ook pijnlijke beslissingen moesten nemen. Zal de VVD blij zijn met het versneld afbouwen van de hypotheekrenteaftrek? En met de introductie van de aflosboete? Zal het CDA hartelijk instemmen met het handhaven van het huidige niveau van het eigen risico in de zorg? Zal D66 zich in de handen knijpen met de beperkingen in het vluchtelingenbeleid? Zal de ChristenUnie de vlag uitsteken als er een proef komt met legale wietteelt? Of dat het kinderpardon geen uitbreiding krijgt? Zeker niet. Want in de verkiezingscampagne beweerden ze het omgekeerde.
Wat de onderhandelaars dinsdag niet zeiden, constateren journalisten wel: het regeerakkoord is gedetailleerd. Het zijn 55 pagina’s in klein lettertype en volgestouwd met maatregelen. Een uitgebreide versie moest wel, want de verschillen tussen de partijen zijn groot. Maar iedereen weet dat een dichtgetimmerd regeerakkoord het bewijs vormt voor gebrek aan vertrouwen.
Zoals iemand na de presentatie in de wandelgangen zei: „Deze coalitie is eigenlijk een verstandshuwelijk. De liefde spat er niet van af.”