SGP’ers de klos als voorzitter
De senior van de gemeenteraad krijgt het moeilijk. Verdedigde hij voorheen jarenlang de partijprincipes, na de verkiezingen komt daar een nieuwe dimensie bij. De invoering van het dualisme bepaalt dat hij bij afwezigheid van de burgemeester de raadsvergaderingen moet voorzitten. Relatief veel SGP’ers zijn de klos, denkt het partijbureau. Niet ieder van hen is echter blij met de nieuwe taak.
SGP-raadslid P. de Gruijter van de gemeente Nieuw-Lekkerland noemt het raadsvoorzitterschap „een hele klus. Het is niet iets wat je een uurtje van tevoren kunt voorbereiden. Je moet goed op de hoogte zijn van de actuele ontwikkelingen in de lokale politiek. Verder is het nodig dat je bekend bent met de regels van openbaar besturen. En je moet inzicht hebben in de consequenties die een bepaald besluit met zich mee brengt.”
Volgens De Gruijter is het makkelijker de voorzittershamer op te nemen als je een eenmansfractie vormt dan wanneer je met meer partijgenoten in de raad zit. „In het eerste geval zie jijzelf de meeste zaken in raadscommissies langskomen, terwijl in het laatste geval je collega’s een gedeelte van de actuele ontwikkelingen volgen.”
Vooral voor een SGP’er kan het wel eens moeilijk zijn om voorzitter te zijn van een vergadering, meent De Gruijter „Als voorzitter neem je natuurlijk een neutrale positie in. Dat kan wel eens botsen met je persoonlijke waarden en normen. Toch blijf je ook als voorzitter een persoon met een bepaalde uitstraling. Daarbij kun je toch tonen dat je christen bent. In de respectvolle behandeling van mensen bijvoorbeeld. Ook in taalgebruik, formuleringen, de volgorde waarin je kwesties aan de orde stelt en de benadrukking van standpunten is te tonen welke levensovertuiging je hebt.”
De veranderingen zijn helemaal groot voor het langstzittende raadslid van Nederland: SGP’er J. H. Hoegee uit Nieuwegein. „Mag ik na 6 maart bij afwezigheid van de burgemeester de voorzittershamer opnemen? O, dat is in mijn gemeente nog niet doorgedrongen, denk ik. Ik heb er tenminste niets over gehoord. Waarschijnlijk heeft men het over de verkiezingen heengetild, we hebben het ook zo druk met de lopende zaken. Ik vermoed dat dat voor veel gemeenten geldt”, reageert hij.
Overigens ziet Hoegee er „absoluut niet tegen op” om de voorzittershamer van de loco-burgemeester over te nemen. „In mijn 43-jarige loopbaan als raadslid heb ik al aardig wat vergaderingen voorgezeten. Dus dit kan er nog wel bij. Tenminste, technisch gesproken. Sturen en delegeren kan ik wel, het lijkt me echter wel lastig om inhoudelijk goed beslagen ten ijs te komen. Als raadslid ben je niet in elke zaak ingewerkt en dat moet je als voorzitter wel zijn. Maar goed, hoe vaak zal het voorkomen dat ik de burgemeester moet vervangen? In mijn hele carrière heb ik maar één keer meegemaakt dat de burgemeester tijdens een raadsvergadering afwezig was.”
Ook Hoegee lijkt het moeilijk om partijlidmaatschap en voorzitterschap te verenigen. „Het is lastig om niet steeds vanuit je eigen partij te redeneren. De neutraliteit van een voorzitter kan botsen met zijn overtuiging.”
Over het algemeen vindt Hoegee de scheiding van college en raad een goede zaak. Wat betreft het voorzitterschap ziet het langstzittende raadslid echter wel een schaduwzijde. „Als de burgemeester de raadsvergaderingen voorzit, heeft hij daarbij geen stemrecht. Geldt dat ook voor mij, als hij afwezig is? Dat zou betekenen dat de SGP een stem verliest!”
Het antwoord op die vraag komt van Judith van den Heuvel van de Vereniging van Nederlandse Gemeenten (VNG). „De nestor van de raad behoudt tijdens zijn voorzitterschap stemrecht. Het voorzitterschap vlakt zijn raadlidmaatschap niet uit. Hij blijft natuurlijk lid van de raad en heeft dus een stem in de beslissingsprocedure.” Is het niet raar dat een neutrale voorzitter toch stemrecht heeft? „Misschien wel, maar het alternatief is dat de loco-burgemeester -iemand van het college dus- de hamer oppakt. In dat geval is de verstrengeling van de taken van raad en college weer een feit. En dat is nu net wat de dualisering wilde oplossen.”
Als je de lijn van de dualisering helemaal doortrekt, zou de burgemeester de raadsvergaderingen eigenlijk ook niet mogen voorzitten. Hij behoort immers tot het college en niet tot de raad. Het VNG erkent dat, maar wijst op de Grondwet. „Die schrijft dwingend voor dat de burgemeester de raadsvergaderingen leidt. In het licht van de gedualiseerde verhoudingen is het wel zaak dat de burgemeester in zijn rol van raadsvoorzitter het belang van de raad laat prevaleren boven dat van het college.” „Als zodanig heeft hij ook een zekere verantwoordelijkheid om de invoering van de dualisering en de cultuurverandering die daarbij hoort te stimuleren”, zo schrijft de vereniging aan haar leden.
Nestoren van de gemeenteraad die echt geen zin hebben in het voorzitterschap hoeven overigens niet bang te zijn voor de invoering van het dualisme. De raad heeft altijd de mogelijkheid een andere voorzitter te kiezen. Ook voor het tegengestelde -twee raadsleden met evenveel dienstjaren die allebei de voorzittershamer willen opnemen- bestaat een oplossing. Dan mag de oudste in leeftijd voorzitter zijn, zo bepaalt het ”Rapport Dualisme en Lokale Democratie” van de commissie-Elzinga. Over de vraag wie de andere taken van een afwezige burgemeester overneemt hoeven raadsleden zich geen zorgen te maken. Die komen net als vroeger op het bordje van de loco-burgemeester te liggen. En dat is in het nieuwe, dualistische tijdperk altijd een collegelid.