Dat blijkt uit het vrijdag verschenen onderzoek ”Trends liederengebruik binnen de katholieke kerk”. Het rapport is opgesteld door Peter de Wit, student bedrijfskunde aan de Christelijke Hogeschool Ede, in opdracht van auteursrechtenorganisatie Christian Copyright Licensing International (CCLI).

De groep rooms-katholieke jongeren is relatief klein. Van de 3,8 miljoen rooms-katholieken in Nederland komen er wekelijks iets meer dan 200.000 in de kerk. Daaronder zijn blijkens onderzoek van het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) ongeveer 40.000 jongeren onder de 25 jaar. In hun vrije tijd blijkt deze groep veel naar moderne muziek te luisteren. De religieuze muziek die deze jongeren beluisteren, komt vrijwel geheel uit de protestantse hoek, zo concludeert De Wit.

De Wit constateert dat in de meeste parochies de officiële kerkelijke liedbundels gebruikt worden, zoals Gezangen voor de Liturgie (GvL), Laus Deo en Gradule Romanum. In twee van de twaalf onderzochte parochies worden daarnaast ook gospelliederen of protestantse liederen gezongen.

Kerkkoren bedienen zich van een veel breder repertoire. Zo zingt het Pax kinderkoor uit Bodegraven ook liederen van kinderopwekking. Dirigent Jansons stelde tegenover de onderzoeker dat zijn koor „aan de buitenkant katholiek is, maar aan de binnenkant protestants.”

In de praktijk ziet onderzoeker De Wit een tweedeling ontstaan onder jongeren. Een deel richt zich op het traditionele kerklied, terwijl anderen de behoefte hebben aan vernieuwing en graag zouden zien dat er meer evangelische en protestantse liederen in de kerk gezongen kunnen worden. Dat blijkt onder meer tijdens bijeenkomsten van de 149 rooms-katholieke jeugdverenigingen in Nederland. Daar worden vooral liederen gezongen uit ”Breng mij over grenzen”, de bundel van de Wereld Jongeren Dagen en uit de bundel Opwekking. Daarnaast klinken liederen van Taizé en populaire gospelmuziek.