Debat over woekerwinsten farmacie moet ook gaan over verspilling
Het debat over de kostenbeheersing van exclusieve medicijnen staat bol van de ongemakkelijke waarheden. Deze week bleek dat opnieuw. „Schofterig”, noemde PvdA-Kamerlid Nijboer de houding van de farmaceutische industrie. Hij verwijt de sector excessieve winsten te maken, over de rug van de patiënt.
Heeft de PvdA’er gelijk? De farmaceuten die deze week op Nijboers uitnodiging op bezoek kwamen in de Tweede Kamer schetsten zeker geen geruststellend beeld van het functioneren van de medicijnenmarkt. Door gebrek aan transparantie is het lastig te bepalen hoe redelijk de prijzen die fabrikanten bedingen zijn.
Heel redelijk, klinkt het in de farmacie. Innoveren is duur en hoge winstmarges zijn een vereiste om de kosten van mislukkingen op te vangen. Er zijn echter tal van sectoren met lagere winstmarges die minstens zo stevig innoveren als de geneesmiddelenindustrie. Onthullen die winstmarges misschien vooral de macht van de aandeelhouders? Dan heeft Nijboer zeker een punt.
Op de sterk Angelsaksisch georiënteerde markt zijn de grote farmaceuten uitgegroeid tot monopolisten. Wie dat beseft, voelt al snel de vraag rijzen of hun macht echt te breken valt. Dat is makkelijker gezegd dan gedaan en Tweede Kamerleden doen er goed aan dat te benadrukken.
Het intomen van de macht van farmaceuten, bijvoorbeeld door het patentrecht open te breken, kan alleen in Europees verband, vergt behoedzaamheid en is een zaak van lange adem. Alle gespierde taal ten spijt is het dan ook aannemelijk dat politici op zoek zullen gaan naar kostenbeheersende maatregelen die onweersproken binnen Nederlands handbereik liggen en op kortere termijn te realiseren zijn.
Frappant genoeg deden woordvoerders van ziekenhuizen deze week in de Tweede Kamer een reeks suggesties voor oplossingen uit deze categorie. Laat ziekenhuizen een regionale pool opzetten voor het verdelen van restmedicatie en gegevens over de effectiviteit van dure medicijnen zo overzichtelijk mogelijk bijeenbrengen in één databank.
Prima voorstellen inderdaad, maar waarom worden ze niet al lang in praktijk gebracht?
Het gisteren verschenen proefschrift van de Utrechtse onderzoeker Van den Bogert toont aan dat van veel geneesmiddelenstudies met proefpersonen geen officiële uitkomsten worden gepresenteerd. Het gaat om ongeveer de helft van alle door de geaccrediteerde medisch-ethische toetsingscommissies goedgekeurde, Nederlandse klinische onderzoeken. Een reden kan zijn dat de resultaten nadelig uitpakten voor de sponsorende fabrikanten. Hoe dan ook, als het onderzochte middel niet werkt, komen artsen dat dus niet aan de weet.
Ook dat roept een vraag op. De Europese geneesmiddelenmarkt is ondoorzichtig, maar weten parlementariërs eigenlijk wel hoe de Nederlandse werkt en of het toezicht op die markt naar behoren functioneert? Van den Bogerts onderzoek is de zoveelste aanwijzing dat die vraag niet met een eenduidig ja valt te beantwoorden. Misschien was dat wel de ongemakkelijkste waarheid die deze week boven tafel kwam.