Mink K. vangt bot bij Hoge Raad
De Hoge Raad heeft dinsdag het cassatieberoep van de veelbesproken ’topcrimineel’ Mink K., veroordeeld wegens omvangrijk wapenbezit, verworpen. De uitspraak is het voorlopig slotakkoord in een uiterst grillig verlopen juridisch steekspel. K.’s veroordeling tot 3,5 jaar gevangenisstraf is nu definitief geworden.
De zaak rond K. begon in 1999, toen de politie in een woning aan de Amsterdamse Nachtwachtlaan op een zeer grote hoeveelheid vuurwapens stuitte. Technisch onderzoek wees uit dat K. bemoeienis had gehad met deze partij. Na zijn arrestatie volgden strafprocedures voor de rechtbank en het gerechtshof in Amsterdam en, na een procedure bij de Hoge Raad, het gerechtshof in Den Haag.
Nadat de rechtbank in Amsterdam K. had veroordeeld tot 3,5 jaar cel, verklaarde het hof het Openbaar Ministerie (OM) in de beroepsprocedure niet ontvankelijk. K. was informant van zowel justitie als enkele inlichtingendiensten en had vanuit die positie een deal met justitie gesloten.
K.’s dubbelrol werd door toedoen van justitie bekend, onder meer doordat tijdens een besloten rechtszitting een geluidsverbinding met de perskamer per ongeluk open was blijven staan. Journalisten konden daardoor met geheime informatie aan de haal. Bovendien speelde het OM de van K. ontvangen informatie tegen alle afspraken in door aan de justitiecommissie–Kalsbeek. Het hof in Amsterdam strafte deze schending van de geheimhoudingsplicht af door het OM niet ontvankelijk te verklaren.
Het OM legde de zaak daarop voor aan de Hoge Raad, die de uitspraak van het hof in Amsterdam vernietigde en de zaak verwees naar het hof in Den Haag. Dat kwam tot een ander oordeel, verklaarde het OM wel ontvankelijk en legde K. andermaal de oorspronkelijke straf van 3,5 jaar cel op. Het hof in Den Haag hield er wel rekening mee dat K. ernstig gevaar loopt sinds, buiten zijn toedoen, bekend is geworden dat hij met de autoriteiten heult.
De Hoge Raad heeft dat oordeel van het hof zonder nadere motivering in stand gelaten. Het college kan dat doen als het vindt dat een aangevoerde klacht niet tot cassatie kan leiden en dat er geen belangrijke rechtsvragen hoeven te worden beantwoord.
K.’s advocate A. van der Plas was dinsdag niet voor commentaar bereikbaar.