„Kabinetten tellen steeds meer opstappers”
Nooit eerder zag een kabinet zoveel bewindslieden voortijdig aftreden. Minister Jeanine Hennis van Defensie was dinsdag de derde minister van kabinet-Rutte II die het vertrouwen van de Tweede Kamer verloor, en er stapten ook nog eens vier staatssecretarissen op.
Maar dat record is niet voor de eeuwigheid, denkt historica Anne Bos, die een proefschrift schrijft over struikelende bewindslieden. „Houd er maar rekening mee dat we dit vaker gaan zien.”
Het vorige record stond, met drie gevallen ministers en twee staatssecretarissen, op naam van het kabinet-Lubbers III. Dat was niet toevallig ook het kabinet dat het langst regeerde, tot het onlangs door Rutte II werd ingehaald. Hoe langer een kabinet zit, hoe groter nu eenmaal het risico op uitvallers, stelde Bos vast.
Het verbaast Bos evenmin dat het huidige kabinet tweemaal een minister van Veiligheid en Justitie en nu dus ook een minister van Defensie verloor. Dat zijn departementen die hun minister al vaker zagen struikelen. Het gaat bij deze ministeries al gauw over leven en dood. Fouten aan het front of het ontsnappen van een misdadiger doen de gemoederen al snel oplopen.
Toch kun je niet zeggen dat een minister van Defensie bij voorbaat gedoemd is, vindt Bos. „Het ging wel heel vaak mis in het begin van de vorige eeuw, toen steeds militairen die niet overweg konden met de Kamer minister werden.” Sinds de problemen op Defensie klinkt nogal eens de roep om een minister uit de rangen van het leger zelf, maar dat liep in het verleden geregeld dus niet goed af.
De parlementaire geschiedenis wijst wel uit dat élke minister steeds minder stevig in het zadel zit. Dat heeft alles te maken met de grilligheid van de politiek, de versnippering van de Tweede Kamer en de hoogopgelopen mediadruk, denkt Bos. Anders dan twintig jaar geleden moeten ministers tegenwoordig vaak boeten voor fouten die door hun ambtenaren zijn gemaakt.
„Nu is de Kamer streng en dat is gegeven de dood van twee militairen goed te begrijpen”, stelt Bos. „Maar als zij nog strenger wordt, verandert het kabinet in een duiventil. In iedere organisatie worden fouten gemaakt: waar gehakt wordt, vallen spaanders. De Kamer moet steeds goed afwegen of het aftreden van een minister de zuiverste oplossing is.”