„Elk slachtoffer koolmonoxide is er één te veel”
In elk huis zou een koolmonoxidemeter moeten hangen. En cv-ketels zouden automatisch moeten afslaan als er een probleem is met de verbranding.
Elk slachtoffer door koolmonoxide is er één te veel, want „doden kun je gemakkelijk voorkomen”, stelt dr. Albert van den Brink, hoofd van de afdeling hyperbare geneeskunde in het AMC in Amsterdam.
Patiënten die met een koolmonoxidevergiftiging in het ziekenhuis terechtkomen, worden op zijn afdeling behandeld. Van den Brink weet dus maar al te goed wat dit kleur- en reukloze gas met het menselijk lichaam doet. Volgende week donderdag organiseert de specialist in het AMC een symposium voor hulpverleners in de traumaopvang die met koolmonoxidevergiftiging te maken kunnen krijgen.
Het schadelijke koolmonoxide (CO) ontstaat bij onvolledige verbranding (zie kader ”Ook nieuwe cv-ketel kan gevaar vormen”). Het gas wordt gevaarlijk snel in het lichaam opgenomen. Het hecht zich aan hemoglobine, het eiwit in rode bloedcellen dat zuurstof naar de lichaamscellen brengt en kooldioxide afvoert. Het probleem is dat koolmonoxide 250 keer sterker aan hemoglobine bindt dan zuurstof. Hoe langer iemand in een ruimte met een verhoogde CO-concentratie zit, hoe meer rode bloedlichaampjes CO vervoeren in plaats van zuurstof. Langzaam maar zeker ontstaat er zuurstofgebrek in de vitale organen: hart, lever en hersenen.
Grof geschut
De eerste verschijnselen van een koolmonoxidevergiftiging kunnen gemakkelijk worden verward met griep: hoofdpijn, misselijkheid, overgeven en vermoeidheid. Vervoert het bloed nog minder zuurstof, dan wordt een slachtoffer slaperig en verward. De hartslag versnelt in een poging het lichaam van voldoende zuurstof te voorzien. Als er niet snel wordt ingegrepen, raakt iemand buiten bewustzijn. De dood treedt uiteindelijk in doordat CO zich bindt aan eiwitten in de mitochondriën, de energiefabriekjes in de lichaamcellen. Dit proces is uiteindelijk onomkeerbaar omdat het de chemische processen stillegt die de cel van energie voorzien.
Wanneer een slachtoffer van koolmonoxidevergiftiging bewusteloos wordt gevonden, is het zaak die persoon zo snel mogelijk in de frisse lucht te brengen. Ambulancepersoneel kan iemand pure zuurstof geven via een kapje. In het ziekenhuis kan Van den Brink ”grof geschut” inzetten: behandeling in een hyperbare kamer.
Wat dat inhoudt? „De patiënt ademt 100 procent zuurstof in. Normaal gesproken ademen we lucht in die voor 20 procent uit zuurstof bestaat. We verhogen de concentratie dus vijf keer”, legt de arts uit. „De druk in de hyperbare kamer ligt daarbij 2,5 keer zo hoog als gebruikelijk. Die hoge zuurstofconcentratie en hoge druk zorgen ervoor dat het bloedplasma zuurstof gaat opnemen en naar de weefsels gaat vervoeren.” Langzaam maar zeker verdringen de zuurstofmoleculen ook het koolmonoxide van het hemoglobine, zodat die eiwitten weer als gebruikelijk zuurstof kunnen transporteren.
Onderschatting
In een hyperbare kamer halveert de hoeveelheid koolmonoxide in het bloed elke zeventien minuten. „Zonder behandeling duurt dat uren.” Van den Brink geeft een rekenvoorbeeld ter verduidelijking. „Stel, iemand wordt bewusteloos bij ons binnengebracht met een CO-gehalte in het bloed van 40 procent, na 17 minuten is dat gehalte dan gedaald tot 18 procent, nog eens 17 minuten later tot 9. Na drie keer 17 minuten ligt de waarde rond 4,5 procent, vergelijkbaar met de hoeveelheid koolmonoxide in het bloed van een roker.”
Volgens de officiële cijfers overlijden er jaarlijks in Nederland circa 10 mensen aan koolmonoxide, zo’n 150 patiënten belanden met een koolmonoxidevergiftiging in het ziekenhuis. Van den Brink vermoedt dat het aantal CO-slachtoffers in werkelijkheid hoger ligt. „Dood door koolmonoxide wordt niet apart geregistreerd. Komt iemand met vergiftigingsverschijnselen bij de spoedeisende hulp of wordt iemand in huis dood gevonden, dan moet er maar net aan koolmonoxide worden gedacht.”
In Nederland draagt het ambulancepersoneel standaard een koolmonoxidemelder bij zich. Een alarm gaat af als ze een woning binnengaan waarin de CO-concentratie te hoog is. „Ze zullen de patiënt dan zo snel mogelijk naar buiten brengen, uit de giftige lucht, en de brandweer inschakelen. De brandweer heeft apparatuur waarmee ze kunnen meten hoe hoog de CO-concentratie in huis precies is.”
Van den Brink zou graag zien dat alle hulpdiensten een CO-melder bij zich dragen. „Agenten zouden zo’n sensor aan hun riem moeten hebben. Het is een bescheiden investering, want zo’n melder gaat jarenlang mee. Alleen de batterij moet zo nu en dan vervangen worden.”
Het is de specialist een doorn in het oog dat het inmiddels bij wet verplicht is om een brandmelder te installeren in nieuwbouwhuizen, maar dat de overheid „verzuimd heeft” daar een CO-melder aan toe te voegen. „Dat had gemakkelijk gekund”, stelt Van den Brink. „Zo’n melder kost niet veel. Het duurste type kost zo’n 25 euro.”
Producent
Aangezien de cv-ketel de bron van koolmonoxidevergiftiging is, zou hij graag zien dat producenten een CO-sensor in het apparaat verwerken en ervoor zorgen dat de ketel bij een verhoogde concentratie afslaat. „Veel duurder hoeft die ketel daardoor niet te worden”, meent Van den Brink.
Zolang cv-producenten echter zulke toestellen niet in hun assortiment hebben, doen burgers er goed aan zelf maatregelen te nemen en een CO-melder in de buurt van de ketel te hangen. „Ik heb tal van gevallen van ernstige koolmonoxidevergiftiging gezien, terwijl je doden door dit gas gemakkelijk kunt voorkomen.”
Niet elke melder slaagt voor test Consumentenbond
Wie een koolmonoxidemelder koopt, moet ervan op aan kunnen dat die goed werkt. Uit testresultaten die de Consumentenbond vorig najaar publiceerde, blijkt dat dit niet bij elk apparaat het geval is.
De organisatie testte in totaal negentien koolmonoxidemelders. Twee bleken onveilig, tien waren er volledig in orde, de overige voldeden niet volledig aan de norm.
De melders werden aan verschillende proeven onderworpen. In de eerste plaats stelden onderzoekers vast of de melder tijdig –binnen drie minuten– alarm slaat bij een te hoge concentratie koolmonoxide en of het signaal luid genoeg klinkt. Om er zeker van te zijn dat de meters goed bleven werken, werden ze gedurende drie maanden geregeld getest.
Dat het van levensbelang is dat een melder tijdig afgaat wanneer de hoeveelheid koolmonoxide in een ruimte te hoog wordt, spreekt voor zich. De onderzoekers van de Consumentenbond waren er net zo alert op dat hij niet te vroeg alarm slaat. Als een alarmbel geregeld voor niets rinkelt, reageren mensen er niet meer op wanneer ze écht gevaar lopen.
Verder controleerden ze of de melder een signaal geeft wanneer de batterij bijna leeg is en beoordeelden ze de installatie-instructies, verpakking en vermelding van de uiterste houdbaarheid.
consumentenbond.nl/cv-ketel/koolmonoxide
Ook nieuwe cv-ketel kan gevaar vormen
Een aardgaslek ruik je al snel in huis, want er is een geurstof aan toegevoegd. Koolmonoxide (CO) wordt wel een sluipmoordenaar genoemd, omdat je het niet proeft of ruikt. Het ontstaat wanneer aardgas, hout of kolen niet volledig verbranden door gebrek aan zuurstof. Zo’n situatie kan ontstaan wanneer een gasgestookte cv-ketel of geiser niet correct is geïnstalleerd, niet goed onderhouden of in een slecht geventileerde ruimte staat. Overigens blijken niet alleen oude apparaten, maar ook nieuwe, regelmatig gecontroleerde cv-ketels een bron van koolmonoxidevergiftiging te kunnen zijn.
Het giftige gas moet trouwens niet worden verward met kooldioxide (CO2), een gas dat het lichaam zelf produceert en dat mensen uitademen. CO2 is niet schadelijk.
Wanneer de cv-ketel niet optimaal werkt, kan er steeds een lage concentratie koolmonoxide in huis hangen. Niet genoeg voor duidelijke vergiftigingsverschijnselen, maar mogelijk wel voor klachten als hoofdpijn, misselijkheid en duizeligheid. Als zulke problemen buitenshuis verdwijnen, is het raadzaam de geiser, gaskachel of cv te laten controleren of –bij gebruik van een houtkachel– een afspraak te maken met de schoorsteenveger. Blijkt de verwarmingsapparatuur en het rookkanaal in orde dan kan het nodig zijn de ventilatie te verbeteren.
Bewoners doen er goed aan om in elke ruimte met een mogelijke koolmonoxidebron een CO-melder te installeren. Dat kan een gecombineerde rook- en koolmonoxidemelder zijn die aan het plafond hangt. Dat koolmonoxide zwaarder is dan lucht en zich onder in de ruimte zou verzamelen, is een hardnekkig misverstand. Het gas is in werkelijkheid een fractie lichter dan lucht en verspreidt zich door het hele huis.
Voorkom ook situaties waarbij gas, olie of hout worden verbrand in een afgesloten ruimte. Denk daarbij aan binnenshuis barbecueën en het gebruik van heaters in een schuurtje of een afgesloten partytent.