Extra controle van munitie in missiegebieden
Er komt een extra controle van de munitie die uitgezonden militairen bij zich hebben op missie. Dat heeft minister Jeanine Hennis van Defensie vrijdag besloten naar aanleiding van het OVV-rapport over een ongeluk met een mortiergranaat in Mali.
„Ik heb vanmorgen besloten tot een extra check van de munitieketen, de medische opvang en andere operationele procedures”, zei Hennis na de ministerraad. Ze laat dat doen „om nogmaals zeker te stellen dat het echt op orde is”. Ze wil zo voorkomen dat het thuisfront zich zorgen gaat maken.
De extra controle kan leiden tot een operationele pauze van een paar uur tot een paar dagen, aldus de minister. Nederlandse militairen zijn onder meer uitgezonden naar Mali, Afghanistan, Irak en Litouwen. De veiligheid van de militairen staat altijd voorop, aldus Hennis.
„Zover de rapportages mij tot nu hebben bereikt over de verschillende missiegebieden is de boel op orde”, aldus Hennis. „Maar ik ga het nu zeker stellen.”
Bij het ongeval in Mali medio vorig jaar kwamen twee militairen om en raakte een derde zwaargewond. Volgens de Onderzoeksraad voor Veiligheid (OVV) was de veiligheid van de granaten en de medische opvang niet op orde. Defensie is „ernstig tekort geschoten”.
De granaten voor de 60 mm-mortier toonde zwakke plekken in het ontwerp. Ze werden in 2006 met spoed aangekocht voor de missie in Afghanistan. In Mali werden de granaten verkeerd opgeslagen. Ze werden aan te hoge temperaturen blootgesteld.
De medische opvang na het ongeval was onvoldoende. De gewonde militair ging naar een ziekenhuis met Togolese artsen. Die traden volgens de OVV „weinig doortastend” op. Vanuit Defensie ontbrak het aan toezicht op het hospitaal.
