Mariniers herkennen niets van geluidsbanden
Geen van de vier mariniers die tot nu toe hebben getuigd voor de rechtbank in Den Haag, zegt de geluidsopnamen van de bevrijdingsactie van de gekaapte trein in 1977 te kunnen duiden. Op de banden zijn veel schoten en meerdere stemmen te horen. Er wordt onder meer gezegd: „Ik heb ze alle twee kapotgeschoten.”
De getuigen kregen de geluidsbanden achter gesloten deuren te horen. Na afloop las de rechter bepaalde fragmenten nog eens in de zaal voor. Zo wordt gezegd: „hé hier zit een vent in. Schiet neer die vent.” Daarna: „Zit er niemand in?” Dan volgt een knal. „Deze is dood?” „Ja die wel.” Dan volgt gelach. Daarna worden „de jongens” gemaand rustig te doen, waarna weer enkele knallen zijn te horen.
Marinier 5E herkent de stem van zijn leidinggevende, als ze nog buiten zijn en hij met zijn aanvalsgroep (vijf) de trein nadert in de vroege ochtend. Hij hoort aan het geluid op een metalen mast naast hem dat er op hem geschoten wordt. Eenmaal in de trein, moet hij de gang naar de coupé’s veilig stellen. 5E zegt zich te herinneren dat hij lichtflitsen zag en schoten hoorde, veel tumult, gehuil en gekerm. Het zicht was slecht, omdat het donker was en de rook bleef hangen van de explosie waarmee de deur werd weggeblazen.
Maar na het horen van de geluidsbanden, zegt 5E niet te kunnen plaatsen wat op zijn locatie in de trein precies gebeurde, waar de stemmen het over hadden en van wie ze waren. Hij vindt ook dat het geschiet lang duurt op de band, terwijl het in zijn herinnering „maar een paar seconden was”. Hij herkende ook de foto van de doodgeschoten Max Papilaja. Deze kaper bevond zich in een coupé in de voorste wagon van de trein, waar aanvalsgroep vijf actief was.