Wall Street in ban Obamacare en Korea-vrees
De aandelenbeurzen in New York zijn vrijdag zonder grote uitslagen de dag uitgegaan. De oplopende spanningen tussen Noord-Korea en de Verenigde Staten drukten op het sentiment bij beleggers. Ook waren er opnieuw politieke zorgen rondom een nieuwe poging Obamacare te schrappen.
De toonaangevende Dow-Jonesindex sloot een fractie lager op 22.349,59 punten. De bredere S&P 500 won 0,1 procent tot 2502,22 punten. De technologiegraadmeter Nasdaq steeg ook 0,1 procent op 6426,92 punten.
Noord-Korea dreigt een waterstofbom te testen in de Stille Oceaan. Daarmee reageert het land op dreigementen van president Donald Trump om Noord-Korea te vernietigen. In eigen land worstelt Trump nog altijd met zijn belofte Obamacare af te schaffen. De Republikeinse meerderheid voor een nieuwe poging daartoe wankelt. Dat roept bij beleggers ook twijfels op over zijn beloofde belastinghervormingen.
Bij de bedrijven verloor zwaargewicht Apple 1 procent. De lancering van de iPhone 8 in Azië verliep in een minder uitbundige stemming dan bij eerdere toestellen.
Verder verwerkten beleggers onder meer overnamenieuws. De telecombedrijven Sprint en T-Mobile USA stegen respectievelijk 6,1 procent en 1,1 procent op berichten over een op handen zijnde fusie. Samen zouden de twee bedrijven een stuk sterker staan in de concurrentie met de marktleiders Verizon en AT&T.
Industrieconcern General Electric (GE) is volgens bronnen dicht bij een verkoop van zijn divisie Industrial-Solutions aan het Zwitserse ABB voor 2,5 miljard dollar. GE steeg 0,5 procent.
De plannen van technologiebedrijf HP Enterprise om 5000 banen te schrappen als onderdeel van een kostenbesparing werden positief ontvangen door beleggers. De zakelijk dienstverlener steeg 3,4 procent.
Biotechnoloog Versartis ging door het putje na het mislukken van een experimentele hormoontherapie voor groeiachterstand in de laatste testfase. Het bedrijf kelderde bijna 88 procent.
Kredietbureau Equifax herstelde weer wat na de daling van bijna 30 procent van de laatste tijd wegens een datalek waarbij gegevens van 143 miljoen Amerikanen op straat belandden. Het aandeel dikte 6,8 procent aan.
De euro was 1,1942 dollar waard, tegen 1,1967 dollar eerder op de dag bij het sluiten van de Europese beurzen. De prijs van een vat Amerikaanse olie steeg 0,2 procent tot 50,64 dollar. Brentolie werd 0,6 procent duurder op 56,79 dollar per vat.