Taalrubriek: Help, daar komt iemand op hoge poten aan
Als de koningspoedel Tomas een forse, zwarte hond tegenkomt in het bos, maakt hij zich groot. Hij ís al heel groot, ook zonder dat hij z’n best doet, maar op zo’n moment lijken zijn poten langer dan ooit en z’n voetjes zweven haast boven de grond.
Tomas is een letterlijk voorbeeld van „op hoge poten” naar iemand toegaan. Toch volgen er opmerkelijk weinig confrontaties. Misschien komt dat omdat hij tegelijk danst als hij loopt. Of omdat hij bijtijds een bochtje maakt. Of omdat hij zo’n zachte neus heeft waar hij andere levende wezens liefst heel voorzichtig mee wil begroeten. Dieren zien zoiets. Zelfs de pad die bij de voordeur woont weet dat, van die neus. Neuzen zijn soms belangrijker dan hoge poten.
Zodra een mens op figuurlijke hoge benen naar de buurman stapt, wordt het spannender. Volgens ”Nederlandse spreekwoorden, spreekwijzen, uitdrukkingen en gezegden (1923-1925)” van F. A. Stoett hoort daar opgewondenheid, verontwaardiging en veel zelfvertrouwen bij. Het boek geeft een voorbeeld: „”Op hooge bijnen gong hij d’r hen”, zooveel als: hij spoedde er zich met drift naar toe, met zekeren trots; of uit kwaadheid, b.v. om iets te beredderen, of: om rekenschap te eischen.”
Mensen letten op cruciale momenten niet op elkaars neuzen. Ze arriveren op hoge poten; de buurman staat op z’n achterste benen (als een paard dat letterlijk doet: pas maar op). Ze maken ruzie en moeten later met hangende pootjes terug om hun excuses aan te bieden. Of ze houden hun poot stijf en blijven jarenlang met de buren steggelen over een erfafscheiding, of over blaadjes die van de buurboom waaien.
Hangende pootjes zie je bij honden niet zo vaak als de hoge poten. Oren en staart hangen eerder: ze zakken soms abrupt, maar komen weer hoopvol omhoog als het gevaar afneemt. De uitdrukking ”met hangende pootjes bij iemand terugkomen” schijnt afkomstig te zijn van het beeld van een hond die ‘opzit’, met z’n voorpootjes omhoog ergens om bedelt.
In het menselijk verkeer is het opletten met al die potigheid. In ”Op zijn poot spelen” zit ook al iets driftigs. Een brief op poten sturen? Even wachten maar. Soms komt alles vanzelf op z’n pootjes terecht.
En over die hoge poten: als de enge zwarte hond ”boe” zegt (op z’n honds dan), vliegt poedel Tomas bibberend weg. Dieren maken zich nogal eens groot als ze juist bang zijn. De zelfverzekerdste viervoeters hebben niet veel poeha nodig. Onthouden, als de buurman eraan komt op hoge benen. Misschien zit er wat anders achter de kwaadheid.
Tweewekelijkse rubriek waarin de achtergrond van bekende en minder bekende uitdrukkingen wordt onderzocht.