Kabinet-Rutte deed aan ‘voedselverspilling’
Nederland mist een Jozef, die spaart in tijden van hoogconjunctuur en uitgeeft als het economisch tegenzit, betoogt Roel Jongeneel.
Prinsjesdag werd weer gevierd, compleet met koning, glazen koets en Troonrede. Het vooruitkijken en de plannen van het kabinet voor de komende tijd ontbraken dit jaar echter. Diverse politici geven nu alvast hun eigen beschouwingen in de media.
Zo ook SGP-Kamerlid Van der Staaij. Hij pleitte ervoor om in de komende jaren, net zoals Jozef destijds deed, de schuren te vullen (RD 16-9). Hoewel die uitspraak verwees naar graan, bedoelde hij de overheidsbegroting. Van der Staaij vindt dat het nieuwe kabinet voorzichtig moet omgaan met de overheidsbestedingen. Nu het wat beter gaat met de economie, maakt hij zich sterk voor het verkleinen van de staatsschuld.
Nu is Van der Staaij altijd zuinig en is de SGP een partij die graag een solide boekhouding voert. Zijn advies lijkt niet onverstandig, maar wat is goede zuinigheid?
Investeringen
Twee dingen zijn belangrijk. Het eerste is het punt van de investeringen. Hierbij kan het beeld van het graan, waaraan de SGP-leider refereerde, helpen. Graankorrels kun je gebruiken om brood te bakken, voor consumptie dus. Je kunt een korrel ook in de grond stoppen en er een gewas uit laten groeien. Je moet dan wel een jaartje wachten. Dat is investeren: de consumptie nu uitstellen om die straks misschien wel tachtigvoudig terug te verdienen.
Nederland heeft onderhoud en verbeteringen nodig. Van Boxtel, de CEO van de NS, sprak onlangs over een investeringsimpuls van 1 miljard per jaar in het spoor, in de wegen en in andere vormen van vervoer (inclusief fietsen). Hij stoorde zich aan de trage besluitvorming en het achterop raken van Nederland in vergelijking met andere landen, zoals Frankrijk. Ons land dreigt dicht te slibben en is op dit punt zeker niet klaar voor de toekomst.
In de tweede plaats is het nodig dat de juiste dingen op het juiste moment worden gedaan. Dat is in het gewone leven al belangrijk en niet minder in de economie.
Op het punt van de timing is het in de afgelopen jaren echter niet goed gegaan. Ware het niet dat er nu sprake is van nogal wat achterstallig onderhoud, dan zou ik Van der Staaij gelijk geven: in tijden dat het beter gaat, is het zaak dat de overheid voorzichtig is met de begroting en beter kan zorgen voor een overschot dan voor een tekort.
Inkomensverlies
Sinds de financieel-economische crisis, die in 2008 begon en bijna tien jaar duurde, is de Nederlandse economie door een forse recessie gegaan. Dat leidde tot oplopende werkloosheid. En arbeidsjaren waarin mensen aan de kant staan, zijn niet alleen voor henzelf heel lastig en demotiverend maar, economisch gezien, ook een verspilling. Ongebruikte tijd (arbeidstijd) komt nooit meer terug.
Het kabinet-Rutte heeft, overigens net als Duitsland, ervoor gekozen om tijdens die recessie flink op de rem te gaan staan en fors te bezuinigen. Dat heeft de crisis erger gemaakt en tot onnodige kosten geleid. Ik heb daaraan zitten rekenen. Al cijferend kom ik op een verlies aan inkomen over de laatste tien jaar van in totaal circa 225 miljard euro (ofwel een derde van ons nationale inkomen). Daarbij heb ik er rekening mee gehouden dat onze economie erg afhankelijk is van wat er wereldwijd gebeurt en dat het internationale tij niet meezat. Je zou dit verlies, om in de terminologie van Van der Staaij te blijven, de graan- of voedselverspilling van het kabinet-Rutte kunnen noemen.
Alles tegelijk
Wat Nederland de afgelopen tijd fout heeft gedaan, is dat het zich heeft laten leiden door verkeerde zuinigheid, ingegeven door een overheersende neoliberale ideologie. Dat heeft ons land niet alleen de nodige sociale ellende gebracht maar ook enorm veel geld gekost en tot duizenden verloren arbeidsjaren geleid. Als mijn berekening juist is, gaat het om meer dan 10.000 euro per Nederlander (ter vergelijking: de staatsschuld is nu ongeveer 29.000 euro per Nederlander).
Het straffe bezuinigingsbeleid heeft de crisis verdiept, zoals ook topeconomen als Krugman, Summers en Stiglitz hebben laten zien. Toen het door de laagconjunctuur minder goed ging met de economie, had de ruimte die er was meer moeten worden gebruikt om te investeren. Eventueel had de regering dan een wat grotere staatsschuld moeten accepteren. Nu het met de economie weer wat beter gaat, moet alles tegelijk gaan gebeuren.
Wijze leider
Van der Staaij pleitte voor de toepassing van het Jozefprincipe in de economie, vooral als het gaat om de begrotingspolitiek van de overheid. De Britse econoom Keynes heeft laten zien hoe dit principe in de moderne economie werkt. William Easterly en Sergio Rebelo, twee economen van het prestigieuze Amerikaanse National Bureau of Economic Research in Cambridge (Massachusetts), hebben daarna aangetoond dat fiscaal beleid dat is gericht op investeringen een aantoonbaar positief effect heeft op de nationale economieën. Zij deden dat door middel van een uitvoerig onderzoek, waarbij 28 landen waren betrokken.
Het Jozefprincipe werkt, maar we missen een wijze farao die als politicus weet waarmee hij zich wel of niet direct moet bemoeien. We missen ook een Jozef die als wijze leider zijn plannen klaar heeft voordat de crisis komt, tijdig investeert in schuren, opslagcapaciteit en logistiek, spaart in tijden van hoogconjunctuur en uitgeeft in tijden van economische laagconjunctuur.
De auteur is als econoom werkzaam bij Wageningen Universiteit. Hij schrijft deze bijdrage op persoonlijke titel.