Onderwijs & opvoeding

Aandeel bijzondere scholen blijft even groot

Meer dan 70 procent van de leerlingen in het primair en voortgezet onderwijs gaat naar een school met een godsdienstige of levensbeschouwelijke grondslag. Dat percentage is al decennia stabiel in het primair onderwijs, maar daalt sinds de jaren negentig in het voortgezet onderwijs.

Redactie onderwijs
22 September 2017 11:09Gewijzigd op 16 November 2020 11:32
beeld Wikimedia
beeld Wikimedia

Dat meldde het Centraal Bureau voor de Statistiek (CBS) vrijdagmorgen „op basis van nieuwe en heel oude cijfers.” Aanleiding is de herdenking dat Nederlandse politici een eeuw geleden „in een compromis vastlegden dat het bijzonder onderwijs financieel gelijk zou worden gesteld aan het openbaar onderwijs, tegelijk met de invoering van het algemeen kiesrecht. Drie jaar later werd die gelijkstelling per wet geregeld.”

Al sinds de jaren tachtig van de vorige eeuw gaan er van elke tien leerlingen drie naar het openbaar basisonderwijs en zeven naar een bijzondere school.

In die laatste groep zijn wel verschuivingen: het percentage leerlingen van rooms-katholieke basisscholen is sindsdien gedaald, het percentage van bijzondere basisscholen met een andere dan katholieke of protestants-christelijke achtergrond gegroeid.

Dat zijn bijvoorbeeld islamitische, reformatorische en joodse scholen en de vrije school.

In het voortgezet onderwijs ging begin jaren negentig bijna 80 procent van de leerlingen naar een bijzondere school. Inmiddels is het percentage, net als in het basisonderwijs, iets meer dan 70. De laatste decennia verliezen de rooms-katholieke en protestants-christelijke scholen terrein.

Het besluit in 1917 tot gelijkberechtiging en -bekostiging van bijzondere scholen maakte een eind aan de schoolstrijd, een slepend conflict tussen de liberalen en de religieus geïnspireerde partijen over de financiering van scholen.

De religieuze gemeenschappen mochten al sinds 1848 onderwijs volgens hun eigen inzichten organiseren, maar moesten dit gedeeltelijk uit eigen middelen betalen.

In de tweede helft van de negentiende eeuw ging de groei van het aantal leerlingen op openbare en bijzondere scholen in het lager onderwijs ongeveer gelijk op.

Na 1900 stagneerde het aantal leerlingen in het openbaar onderwijs, terwijl dat bij het bijzonder onderwijs snel toenam.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer