Column (Jan van Klinken): Kind moet op alle gebieden gloriëren
Wat ik nu ga vertellen heeft een hoog opa-vertelt-uit-zijn-jeugdgehalte, maar dat moet u me voor deze keer maar vergeven. Als je vroeger wat op school had uitgespookt en er belde een leerkracht –of nog erger: het hoofd der school– naar je ouders, dan was je aan de beurt. Je ouders gingen er zonder meer van uit dat de klachten over jou terecht waren. En als ze wederhoor toepasten, moest je wel met een ontzettend goed verhaal komen om je hachje te redden. Of dat een ideale situatie was, hoort u mij niet zeggen. Leerkrachten schoten soms wat al te losjes uit de heup en hadden daardoor weleens de verkeerde te pakken. Als jij die verkeerde was, had je dikke pech. Beetje onheus, maar wel heel overzichtelijk.
Zeer recent woonde ik een doopdienst bij waarin de predikant een inkijkje gaf in hoe het heden ten dage gaat. Ouders van nu eisen dat hun kinderen toppertjes zijn en op alle gebieden gloriëren. Voldoen ze niet helemaal aan de verwachtingen, dan wordt er deskundige hulp ingeschakeld. Falen kan niet meer.
Ik herkende het meteen. Ouders bezingen tegenwoordig voor ieder die het horen wil de kwaliteiten van hun nakroost. Als leerkrachten het wagen om hun beklag over zoon of dochter te doen, krijgen ze de wind van voren.
Kortom, de slinger is naar de andere kant uitgeslagen. De verhalen die me vanuit het voortgezet onderwijs bereiken, bevestigen dat. Ze zijn afkomstig van buiten de reformatorische scholen. Ik weet niet of het in het reformatorisch onderwijs beter is. Dat hoop ik dan maar.
Belt een moeder op om zich te beklagen over de onvoldoende die haar lieve zoontje heeft gescoord. Ze kan nauwelijks geloven dat het cijfer terecht is want Harold-Jan is toch zo’n intelligente jongen. Iedere keer staat ze er weer versteld van hoe slim hij is.
De leerkracht legt uit dat hij objectief cijfert, dat het gros van de leerlingen in de klas een voldoende had en dat hij van niemand de klacht heeft gehoord dat de toets te moeilijk was. Maar er is geen praten aan. Lieve Harold-Jan is een ster, en ze verwacht van de leerkracht dat hij hem de volgende keer op z’n waarde weet te schatten. De leerkracht zegt niemand voor te zullen trekken, waarop moeder het gesprek afsluit met: „Als u maar weet dat Harold-Jan naar het vwo gaat. Knoop dat maar goed in uw oren.”
Het malste wat ik hoorde, was over die moeder wier dochter niet naar de dokter wilde. Pas nadat ze haar 100 euro had gegeven, ging de dochter. Dan heb je volgens mij als moeder zelf ook een dokter nodig.