Dankgebed
1 Thessalonicenzen 5:18
„Dankt God in alles; want dit is de wil Gods in Christus Jezus over u.”
„Ik dank U voor de Heilige Geest, Die mij tot nu toe in dit leven vele grote weldaden geschonken heeft, mij het leven gegeven heeft, levensonderhoud, onderwijs, vrede op de plaatsen waar ik gewoond heb, en de straffen verzacht hebt, die ik verdiend heb.
Ik breng ook U dank toe, Heere Jezus Christus, Zoon van de levende God, de voor ons Gekruisigde en Opgewekte, Immanuël, dat U Zich verbonden heeft met de menselijke natuur, voor ons geleden heeft en weer opgestaan bent en ons vrijgekocht hebt, dat U de kerk bewaart en beschermt tegen de duivelen, Uw vijanden, en het licht van het Evangelie geeft en dikwijls herstelt. Ik dank U dat U ons de zonden vergeeft en ons het eeuwige leven schenkt, en dat U een voortdurende Middelaar bent, Die voor ons tussen treedt, en ons wilt helpen, zoals U gezegd hebt: „Komt tot Mij, allen die vermoeid en belast zijt, Ik zal u rust geven.”
Ik breng ook U dank toe, Heilige Geest, Die levend maakt, uitgestort over de apostelen. Dat U Uw licht in onze harten ontsteekt, dat U regeert, onderwijst, opwekt en mij helpt met raad. Dat U de arbeid van mijn roeping bestuurt en mij heiligt tot het eeuwige leven. Amen.”
Philippus Melanchthon,
theoloog te Wittenberg
(”Loci communes”, 1551)