Warme couscous met courgette, ui, pistachenootjes en halloumi
Wat doet dat motje daar? Ik had al een paar keer argwanend gekeken naar een fladderend beestje in de buurt van mijn keukenkastje. Heel af en toe zag ik het. Of waren het er meer? Heel alarmerend vond ik het niet. Als ik tijd had zou ik weleens beter kijken.
Die tijd kwam natuurlijk niet – zoals nooit bij tijd. Die moet je maken. Maar dat deed ik niet.
Tot ik dadels nodig had, voor een couscousgerecht met courgettes en halloumi (dat is fantastische kaas, ik kom er later nog eens op terug). Ik opende de doos en wist niet wat ik zag. Een soort bruin spinnenweb, tussen de dadels. Dode motjes. Larfjes, best veel larfjes. Ze zaten stil in een pop of ze bewogen een beetje heen en weer. Ieuw.
Het couscousgerecht kwam er toch, met dadels en al. Gelukkig had ik nog een ander pakje, met een wat steviger soort dadels, en dat was niet aangetast. Wat overigens een wonder was, want de beestjes hadden zich breed verspreid. Ze hadden geprobeerd in de rijst te komen, er zaten spinsels op het zakje kokosrasp. Zelfs uit de zak met een restje suiker kwam een dode mot.
Vonden ze de harde dadels niet lekker? Ik had tot voor kort ook liever van die zachte, uit zo’n kartonnen doos van de markt of de Turk, maar sinds de mottenaffaire weet ik het niet meer zo zeker. De verkoper had de doos nog gecontroleerd op „beestjes.” „Het blijft een natuurproduct”, zei hij. Het was voor het eerst dat ik dat meemaakte. Best toevallig dat de insecten juist nu toesloegen.
Helemaal ongewoon schijnt het niet te zijn. Dadels kunnen af en toe een beestje bevatten, dat mag zelfs volgens de wetgeving. Net als andere levensmiddelen, zoals diepvriesbroccoli en rozijnen, naar het schijnt.
Ik moest aan de dierverzorger denken, die ons deze zomer rondleidde bij Zoo Bizar, een kleine dierentuin in Orvelte. „We eten allemaal insecten”, zei hij, toen maar een paar durfals de aangeboden meelwormen in hun mond staken. „Ongemerkt.” Hij had gelijk. Maar dat wilde ik toen nog niet geloven.
Courgettecouscous
Ingrediënten (voor 3 tot 4 personen)
300 g (volkoren)couscous
100 g dadels (gedroogd en gehalveerd)
2 courgettes
4 middelgrote uien
3 teentjes knoflook
2 cm verse gember, geraspt
5 saffraandraadjes
halve tl kurkuma
150 g cherrytomaten (gehalveerd)
225 g halloumi (kaas)
pistachenootjes, om te bestrooien
olijfolie, peper, zout
Bereiding
Doe de couscous in een pan, zorg dat de couscous aan de bovenkant vlak is. Giet er voorzichtig zo veel heet water op dat er ongeveer een halve centimeter water boven de couscous uit komt (voor een meer precieze bereidingswijze, zie verpakking). Doe het deksel op de pan en laat staan. Roer de couscous na enkele minuten met een vork door, zodat er losse korrels ontstaan (voeg indien gewenst een klontje roomboter toe).
Was de courgette en pel de uien. Snijd de courgettes in blokjes en de uien in halve ringen. Hak de knoflook fijn. Verwarm een scheut olie in een koekenpan of hapjespan. Fruit de uien ongeveer 2 minuten, voeg dan de courgetteblokjes en knoflook toe. Roer goed om. Voeg vervolgens gember, kurkuma en saffraan toe. Bak tot de courgette goudbruin is en breng op smaak met zout en peper. Snijd intussen de halloumi in repen of blokjes en bak –liefst in een grillpan– tot de kaas bruin kleurt.
Schik de couscous op een grote schaal. Leg het courgettemengsel erboven op. Houd warm, bijvoorbeeld onder een deksel. Bak de gehalveerde dadels kort aan in de pan. Bestrooi het gerecht met de dadels, de tomaten en de halloumi. Serveer met pistachenootjes.