Expositie ”Crossroads” wil beeld over „donkere” middeleeuwen bijstellen
Ze staan in een negatief daglicht: de „donkere” middeleeuwen. Bekendheid geniet de tijd tussen, zeg, 300 en 1000 na Christus ook nauwelijks. De tentoonstelling ”Crossroads” in het Allard Pierson Museum in Amsterdam wil hier verandering in brengen.
„We hebben het gevraagd aan willekeurige voorbijgangers in de Kalverstraat”, zegt hoofd communicatie Marleen Smit: „Waar denk je aan bij de vroege middeleeuwen? Vaak kwam daar niet meer uit dan: ellende, modder, de pest, of –o ja– vieze kleren, zei iemand ook. En ridders en jonkvrouwen – maar die horen al niet meer bij de vroege middeleeuwen.”
Er gebeurde in deze periode echter zo veel meer, aldus Smit. „Er werd bijvoorbeeld heel veel gereisd, en tussen de volkeren onderling waren tal van contacten. Agressieve, in de zin van oorlog, zeker, maar ook nieuwsgierige.”
De expositie, die vanavond wordt geopend, wil dan ook beelden bijstellen, de donkere middeleeuwen wat meer kleur geven. Om dat te bereiken, werkten meerdere Europese musea nauw samen. Zij maken deel uit van het door de Europese Unie gesubsidieerde netwerk Connecting Early Medieval European Collections (Cemec). „Bedoeling is ook dat de expositie hierna naar andere steden in Europa gaat: Athene, Bonn.”
Korinthe
Een citaat van kerkvader Augustinus op een van de wanden zet het tentoonstellingsthema, ”Reizen door de middeleeuwen”, kracht bij. „De wereld is een boek. Wie niet reist, leest enkel één bladzijde.”
De expositie is opgedeeld in verschillende deelthema’s. Een daarvan is religie. „Een onderdeel dat RD-lezers zal interesseren”, zegt conservator Marieke van den Doel, die er ook bij is komen staan. Ze vertelt over de kloosters die in de eerste eeuwen van het christendom, in het voormalige Romeinse Rijk, een zo „cruciale rol” hebben gespeeld bij de overdracht van kennis. „En hier zie je bijvoorbeeld een reliekhouder. Daarin bevonden zich de overblijfselen van een heilige. Christenen die zo’n reliek bezochten, namen vaak flesjes met olie mee. Door heel Europa heen zijn zulke flesjes gevonden. Dat toont iets van het netwerk dat christenen onderling hadden.”
Even verderop is een kledingstuk te zien van Egyptische christenen, kopten. En een icoon. „Aan de achterkant zie je dat het nogal wat keren is bijgewerkt. Daaruit blijkt de eeuwenoude geschiedenis van zo’n icoon.”
In een andere vitrine ligt een evangelie van Mattheüs. En een perkamenten fragment uit de eerste brief van Paulus aan de Korinthiërs. Het dateert uit de periode 375-425; de herkomst is onbekend. Van den Doel: „Dit fragment komt uit de Bijzondere Collecties van de Universiteit van Amsterdam. Uniek materiaal; er komen nogal eens onderzoekers langs die het willen bestuderen.” De Amsterdamse universiteit wil haar „bijzondere collecties” de komende jaren nog nadrukkelijker in de schijnwerpers gaan zetten, aldus de conservator.
Op de tentoonstelling komen ook meerdere reizigers zélf aan het woord. Een van hen is Egeria. Van den Doel: „Dit is zó’n bijzonder verhaal. Egeria kwam uit het huidige Noord-Spanje. Zij reisde als pelgrim naar Egypte, Palestina en Syrië en deed daar verslag van aan haar zusters –nonnen– in het klooster in Spanje. Haar verslag, in het Latijn, is teruggevonden en ook in het Nederlands vertaald. Egeria vertelt bijvoorbeeld over haar bezoek aan heilige plaatsen, Jeruzalem onder andere.”
Olifant
Maar de expositie toont meer dan religie. „Een topstuk vind ik de tunica die hier ligt”, zegt Marleen Smit. „Die heeft toebehoord aan iemand van behoorlijke stand.”
En dan is er de olifant van Karel de Grote, Aboul Abbas. Het dier was een geschenk van de kalief van Bagdad, Haroen ar-Rashid, aan de keizer. „Al heeft die er weinig plezier aan beleefd: tijdens de reis naar Europa liep de olifant longontsteking op. Na aankomst in Aken, aan het hof van Karel de Grote, ging hij dood.” De samenstellers van de expositie zetten Aboul Abbas in om ook kinderen erbij te betrekken.
Waarom zouden mensen de tentoonstelling móéten bezoeken? Conservator Van den Doel: „In het algemeen: omdat het heel bijzonder is wat hier nu aan objecten uit de middeleeuwen te zien is. Twee: omdat er zo veel te leren valt over de eerste periode van het christendom.”
Uit het land van de Bijbel
De expositie ”Crossroads. Reizen door de middeleeuwen” is tot en met 11 februari 2018 te zien in het Allard Pierson Museum (onderdeel van de Universiteit van Amsterdam) aan de Oude Turfmarkt 127 in Amsterdam. In de rijk geïllustreerde tentoonstellingsgids ”Crossroads” (uitg. WBooks)belicht een scala aan auteurs het thema ”Reizen door de middeleeuwen, 300-1000 n.Chr.” Eerder al zag het boek ”In het land van de Bijbel” het licht (uitg. Verloren). Dit bevat het uit het Latijn vertaalde reisverslag van Egeria, die op de expositie als „reiziger” voor het voetlicht wordt gehaald.