Jordanië opereert pragmatisch in Syrische burgeroorlog
De oorlog in Syrië lijkt de laatste fase te zijn ingegaan. Jordanië bereidt zich voor op deze realiteit. Een overwinning van het regime van president Assad betekent een nieuwe strategische context.
De afgelopen dagen was politiek Bagdad in rep en roer. Na weken van zware gevechten aan de Libanees-Syrische grens tussen Hezbollah en Islamitische Staat werd hier de rust hersteld. Hezbollah en IS kwamen overeen dat 670 IS-strijders met hun families op transport zouden worden gezet naar de Syrische plaats Albu Kamal die vlak aan de Iraakse grens ligt.
Bagdad reageerde furieus. De Iraakse premier Abadi zei dat dit „een complot was om IS weer de Iraakse provincie Anbar terug te geven.”
Albu Kamal ligt eveneens vlak bij de Jordaanse grens. De oorlog in Syrië is de laatste fase ingegaan, maar die kan wellicht nog jaren naslepen. Het Syrische leger en zijn bondgenoten zijn overal in het offensief en de oppositie is enorm verzwaakt. Zeker nadat het Amerikaanse Pentagon onlangs aankondigde dat het alle hulp en training voor deze oppositie zou staken.
Enkele dagen geleden meldden diverse Syrische milities die in zuidelijk Syrië vochten dat de Verenigde Staten hen opdracht hadden gegeven Syrië te verwisselen voor Jordanië, „omdat hun nederlaag onvermijdelijk was geworden.” Volgens Amerikaanse diplomatieke bronnen zouden ze dan vervolgens in Jordanië ontwapend worden.
In zuidelijk Syrië bevindt zich dicht bij de Jordaanse grens een zogenaamde ”de-escalatiezone”. In Amman is een commandocentrum opgericht dat gezamelijk wordt beheerd door de Verenigde Staten, Rusland en Jordanië. Hier wordt de situatie in zuidelijk Syrië op de voet gevolgd.
Eind augustus liet Jordanië weten dat „de bilaterale relaties met Damascus zich in de juiste richting ontwikkelen.” Jordanië heeft altijd uiterst omzichtig gemanoeuvreerd in het Syrische mijnenveld.
Feitelijk gewonnen
Amman begrijpt dat de Syrische president Assad dankzij de Russische en Iraanse steun de oorlog feitelijk gewonnen heeft. Jordanië bereidt zich voor op deze nieuwe realiteit. De krant al-Quds al-Arabi schreef onlangs dat „het Jordaanse politieke kompas zich nu beweegt in een totaal gewijzigde strategische context.”
De Israëlische premier Netanyahu bezocht onlangs het Kremlin. Volgens Russische kranten zou hij hier president Poetin een doemscenario hebben geschilderd waarin Iran grote delen van het Midden-Oosten controleert. In Moskou vond hij echter geen enkel begrip.
De Jordaanse en Israëlische belangen in zuidelijk Syrië liepen jarenlang parallel, maar aan deze situatie is een einde gekomen. In tegenstelling tot Israël is Jordanië blij met de de-escalatiezone in zuidelijk Syrië. Dit kan de terugkeer mogelijk maken van de miljoenen Syrische vluchtelingen in Jordanië die een enorme financiële last vormen voor het olie-arme Jordanië.
Waarnemer
De Russisch-Amerikaanse samenwerking is een voorwaarde voor een oplossing in Syrië. Jordanië wil hierbij betrokken zijn en neemt daarom als waarnemer deel aan de besprekingen in het Kazachstaanse Astana. Ook Jordanië maakt zich echter zorgen over de aanwezigheid van Iraanse troepen en Hezbollah in zuidelijk Syrië.
Daarnaast speelt voor Jordanië de relatie met Turkije een belangrijke rol. Op 21 augustus bracht de Turkse president Erdogan een bezoek aan Amman. Officiëel om zeventig jaar diplomatieke relaties tussen beide landen te herdenken.
Erdogan’s bezoek kwam echter op een moment dat Turkije betere relaties zoekt met Iran, waarbij de crisis rondom Qatar als katalysator werkte.
Diverse Arabische landen, waaronder Saudi-Arabië en Egypte, verbraken in juni alle diplomatieke banden met Qatar. Zij beschuldigen de regering van de Golfstaat ervan terrorisme te steunen. De werkelijke reden is echter vermoedelijk dat Qatar nauwe betrekkingen met het sjiietische Iran onderhoudt. Dat wordt het land door soennitische Arabische landen bepaald niet in dank afgenomen.
Volgens de Arabische pers zou Erdogan Turkse bemiddeling hebben aangeboden tussen Jordanië en Iran. De krant al-Quds al-Arabi schreef dat Erdogan in Amman gezegd zou hebben dat „Iran een noodzakelijk kwaad is.” Dat zou juist in tegenspraak zijn met de toenaderingspogingen van Erdogan richting Teheran.