Opinie

Recht doen aan diversiteit in Europa

In Brussel is deze week de eerste vergadering van de conventie gehouden. Drs. B. Belder en Marleen Schouten vinden het belangrijk dat deze conventie met voorstellen komt waardoor de diversiteit in Europa niet verstikt, maar tot bloei komt. En ze vinden dat de Europese integratie niet vergeleken kan worden met een fiets.

28 February 2002 07:47Gewijzigd op 13 November 2020 23:26

Voorstanders van verdergaande Europese integratie vergelijken de Europese Unie (EU) graag met een fiets: als zij stilstaat, valt zij om. Zo zou het ook zijn met het proces van Europese eenwording. Conclusie: er zijn altijd weer nieuwe plannen en nieuwe initiatieven nodig, anders ’valt de integratie om’. Dat zou jammer zijn van die mooie fiets.

Of men zich nu wel of niet kan vinden in deze metafoor, aan nieuwe plannen voor Europa zal het de komende tijd niet ontbreken. Deze week is in Brussel de eerste vergadering van de conventie gehouden. Deze conventie is een vergadering van ruim honderd politici, afkomstig uit de regeringen, de nationale parlementen, het Europees Parlement en de Europese Commissie. Haar taak is met nieuwe voorstellen voor de toekomst van Europa te komen. Onder leiding van de Franse oud-premier Giscard d’Estaing buigt de conventie zich over ingewikkelde vragen als: Wat is de rol van Europa in deze gewijzigde wereld? Moeten er bevoegdheden van de EU terug naar de lidstaten? En moet de rol van het Europees Parlement worden versterkt?

Voor deze conventie vinden wij twee dingen belangrijk: allereerst dat zij met voorstellen komt waardoor de diversiteit in Europa niet verstikt, maar tot bloei komt. Daarnaast mag de besluitvorming over de conventie niet te haastig plaatshebben. Het is noodzakelijk dat zowel de kandidaat-lidstaten als de bevolkingen werkelijk de gelegenheid krijgen zich uit te spreken over de voorstellen.

Christelijke identiteit
Dat een Spanjaard geen Fin is, een Griek geen Ier en een Nederlander geen Belg, behoeft geen betoog. Deze verschillen in Europa zijn in principe een goede zaak. De eigenheid van elk land zorgt ervoor dat mensen zich in een bepaalde cultuur herkennen, dat mensen zich er thuis voelen in het beste geval. Gevoelens van vervreemding krijgen dan geen kans.

Nederland heeft als uniek kenmerk dat levensbeschouwelijke organisaties gesubsidieerd kunnen worden om bepaalde publieke taken uit te voeren. Daarom hebben wij christelijke en reformatorische scholen en zorginstellingen. In Nederland is het ook relatief makkelijk om in het parlement gekozen te worden en worden verkiezingen niet op zondag gehouden. Daarom hebben de SGP en de ChristenUnie hier een vaste plek. Andere landen hebben weer andere unieke trekken. Zo is in Ierland vastgelegd dat ook ongeboren kinderen recht op leven hebben.

Wij stellen voor dat de conventie een ”Statuut voor Diversiteit” opstelt om die unieke verworvenheden van ieder land te bewaren. In dit statuut moet heel duidelijk worden vastgelegd met welke onderwerpen de EU zich in ieder geval niet bezighoudt. Wij denken dan aan een lijst waarop in ieder geval bovengenoemde onderwerpen staan. Daarnaast kan bijvoorbeeld ook de binnenlandse staatkundige inrichting erbij worden gezet (onder andere de verdeling in rijk-provincies-gemeenten). Unieke trekken uit andere landen kunnen natuurlijk ook in dit statuut opgenomen worden.

Er zijn nog meer manieren om de diversiteit in Europa te bevorderen. We denken bijvoorbeeld aan een goede afbakening van bevoegdheden en een meer concrete betekenis voor subsidiariteit. Ook deze onderwerpen verdienen serieuze aandacht.

Zonder u
Als de conventie met adviezen komt, is het nog niet zeker dat de EU deze ook opvolgt. Daar beslissen de regeringen van de EU over. De voorlopige planning is dat de conventie al begin 2003 stopt. Snel daarna heeft dan een regeringsconferentie plaats waar de regeringsleiders knopen doorhakken. Van dit hazewindtempo dreigen echter de burgers en de kandidaat-lidstaten de dupe te worden.

Allereerst verdwijnt de burger buiten beeld. Pas in 2004 zijn er weer verkiezingen, maar dan is in het bovengenoemde scenario alles allang in kannen en kruiken. Net als bij de euro kunnen we dan achteraf vaststellen dat de bevolking geen enkele rol speelde bij ingrijpende besluiten, terwijl dat wel had gemoeten. Het beeld dat overblijft, is dat van achterkamertjespolitiek.

Bovendien is in 2003 nog geen enkele kandidaat-lidstaat toegetreden. Indien de lidstaten in 2003 al besluiten tot ingrijpende hervormingen, heeft dat echter ook grote consequenties voor hen. De kandidaat-lidstaten komen dan in een heel andere EU terecht, zonder dat zij daarover mee konden beslissen. Zij moeten echter wel in die hervormde EU functioneren. „Met u, voor u, maar vooral zonder u”, is dan beslist hoe de EU er uit gaat zien. Het enige wat zij kunnen doen, is instemmen. Dat getuigt niet van respect.

Het is daarom veel beter als de conventie begin 2004 haar werk afrondt en de besluitvorming over haar voorstellen in 2005 plaatsvindt. De voorstellen van de conventie kunnen dan politiek strijdpunt zijn bij de verkiezingen voor het Europees Parlement in juni 2004. Die verkiezingen krijgen daarmee ook een interessanter karakter. Deze weerspiegelen dan immers beter de heersende opinie over de EU. Daarnaast kunnen de kandidaat-lidstaten die in 2004 zijn toegetreden, in 2005 volwaardig meebeslissen over mogelijke hervormingen. Dat is ook goed voor hun betrokkenheid bij Europa.

Het klopt niet om de fiets als beeld van de Europese integratie te gebruiken. Nog afgezien van de vraag of de EU wel ’omvalt’ als de integratie stilligt, lijkt de EU in de verste verte niet op een fiets. Het proces is moeilijk bij te sturen, erop wegracen is vrijwel onmogelijk en een dun spoortje trekt de Unie ook niet. De EU lijkt meer op een grote, zware tanker, die langzaam maar zeker doorrolt en een diep spoor achterlaat. De conventie kan de tanker een eind in de goede richting sturen door met goede voorstellen te komen. Een vaste koers krijgt het gevaarte echter pas als het niet over de Europese diversiteit heenwalst, maar zich behoedzaam een weg zoekt naar grotere legitimiteit.

De auteurs zijn lid van het Europees Parlement respectievelijk beleidsmedewerkster constitutionele zaken van de eurofractie ChristenUnie/SGP.

RD.nl in uw mailbox?

Ontvang onze wekelijkse nieuwsbrief om op de hoogte te blijven.

Hebt u een taalfout gezien? Mail naar redactie@rd.nl

Home

Krant

Media

Puzzels

Meer